Maasziekenhuis Pantein Gebouw op afstand
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Penisprothese
Patiëntenfolder

Penisprothese

In overleg met de uroloog heeft u besloten tot het laten plaatsen van een penisprothese vanwege ernstige erectieproblemen. In deze folder leest u wat een penisprothese is, hoe de operatie verloopt en hoe u zich hierop kunt voorbereiden.

Penisprothese

Er zijn verschillende behandelingen mogelijk bij erectieproblemen, bijvoorbeeld met een erectiepil, een vacuümpomp of injecties. Als deze behandelingen geen oplossing bieden en er zijn geen psychosociale problemen die de erectieproblemen veroorzaken, kan een penisprothese overwogen worden.

Om in aanmerking te komen voor een penisprothese moet de erectie volledig verdwenen zijn. Bovenstaande behandelingen moeten zijn geprobeerd, omdat bij het plaatsen van een penisprothese het nog aanwezige goede erectieweefsel wordt vernietigd. Het plaatsen van een penisprothese is onomkeerbaar. Na plaatsing kan er nooit meer een spontane erectie optreden, ook niet als de prothese er weer uitgehaald wordt. Een penisprothese gaat ongeveer 15 jaar mee.

Type penisprothese

Er zijn verschillende soorten penisprothesen. De uroloog bespreekt met u welk type prothese in uw situatie de voorkeur heeft.

Algemene voordelen van een penisprothese

  • Een erectie krijgen wanneer het gewenst is.
  • De erectie kan voor onbepaalde tijd in stand blijven.
  • Er zijn geen medicijnen of injecties nodig.
  • Een penisprothese is onzichtbaar.
  • De prothese heeft geen invloed op de zaadlozing of orgasme.

Algemene nadelen van een penisprotheses

  • Er is geen natuurlijke erectie meer mogelijk.
  • Bij een infectie moet het implantaat verwijderd worden.
  • De penis kan korter en/of krommer worden.
  • De operatie kan pijnlijk zijn.
  • Het implantaat kan stuk gaan.

Voorbereiding op de opname

Welke verdoving?

Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Een penisprothese vindt altijd plaats onder algehele narcose. Over de wijze van verdoving kunt u meer lezen in de folder ‘Anesthesiologie’ van het Maasziekenhuis. Tijdens het pre-operatief spreekuur ter voorbereiding op de operatie kunt u de verdoving met de anesthesioloog bespreken.

Voorbereiding op de operatie

De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip vóór de operatie u niet meer mag eten en drinken. Dit wordt nuchter blijven genoemd. U mag dan alleen een slokje water drinken. Wij raden u ook aan gedurende 24 uur vóór uw opname geen alcohol te gebruiken en niet te roken, ook niet gedurende de dag van de operatie.

Voor de operatie moet uw huid schoon zijn. Wij verzoeken u, voordat u naar het ziekenhuis komt, te douchen of te baden, uw nagels kort te knippen en geen crème te gebruiken. Tijdens de ingreep mag u geen lenzen, piercings of sieraden dragen. U kunt wel een bril meenemen, die u tijdens de opname kunt dragen.

Heeft u de dag voor de ingreep griep of koorts? Neemt u dan contact op met het Opnamebureau op telefoonnummer 0485-84 57 10. U hoort dan of het nodig is om een nieuwe afspraak te maken.

Volgt u verder de instructies en voorbereidingen op, zoals afgesproken met uw behandeld arts, de anesthesioloog en de informatieverpleegkundige (zie ook de folder ‘Anesthesiologie’). In de folder ‘Wegwijzer bij opname’ kunt u meer lezen over de opname en de voorbereiding hierop.

Medicatie

De anesthesioloog vertelt u tijdens het pre-operatief spreekuur welke medicijnen u mag gebruiken en met welke u tijdelijk dient te stoppen.

Opname en verblijf in het ziekenhuis

Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?

  • Een geldig legitimatiebewijs, bijvoorbeeld een paspoort, identiteitskaart of rijbewijs.
  • Wij vragen u om bij uw thuisapotheek toestemming te geven om uw medicatiegegevens met ons te delen. Wanneer u geen toestemming heeft gegeven, verzoeken wij u bij iedere afspraak in het ziekenhuis een Actueel Medicatie Overzicht (AMO) mee te nemen. U kunt een AMO laten uitprinten door uw apotheek.
  • Een strakke onderbroek voor na de operatie.

Dag van opname

In het ziekenhuis meldt u zich op de afgesproken dag en tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige wijst u uw kamer en bed. Zij voert met u het opnamegesprek en bereidt u verder voor op de operatie. Ook beantwoordt zij mogelijke vragen van u.

Tussen de aankomst op de afdeling en de operatie moet u enige tijd wachten. Wij proberen deze tijd zo kort mogelijk te houden. U zou wat kunnen lezen of televisie kijken. Wij vragen u om de afdeling niet meer te verlaten.

Operatie

Tijdens de operatie wordt er een snee gemaakt tussen de basis van de penis en de balzak. In eerste instantie worden beide zwellichamen geopend en het sponsweefsel van de zwellichamen worden verwijderd. Dit verklaart waarom u in regel na het plaatsen van een penisprothese geen spontane erecties meer kunt krijgen.

Aangezien patiënten met een penisprothese vaak al langere tijd erectieproblemen hebben, is het zo dat door de tijd de zwellichamen langzaam gekrompen zijn. Daardoor is het meestal zo dat de lengte van de penis in erectie met een prothese kleiner zal zijn dan de lengte die uw penis vroeger had (toen u nog geen erectieproblemen had).

Het reservoir wordt onder de spier geplaatst of naast de blaas. In de balzak wordt ruimte gemaakt voor de bedieningspomp. Alle onderdelen worden met elkaar verbonden en er wordt een testerectie uitgevoerd ter controle. Aan het einde van de operatie wordt de penis in volledige erectie gebracht om bloedstelpend te drukken binnen in de zwellichamen.

De operatie duurt ongeveer 2 uur.

Terug op de verpleegafdeling

Na de operatie heeft u een infuus in uw arm voor het toedienen van vocht en antibiotica. U heeft ook een blaaskatheter voor het afvoeren van urine en een drain (slangetje) voor het afvoeren van wondvocht. Op de verpleegafdeling controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, hartslag en lichaamstemperatuur. U krijgt medicijnen tegen de pijn. Als u zich goed voelt en niet misselijk bent, krijgt u iets te drinken en te eten.

Als alles goed gaat, mag u de dag na de operatie weer naar huis. Voordat u naar huis gaat, worden de katheter, het infuus en de wonddrain verwijderd.

Na de opname

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen neemt u contact op met de polikliniek Urologie:

  • Bij een nabloeding of wondlekkage;
  • Bij hoge koorts (meer dan 38,5 °C);
  • Bij ongewone of aanhoudende pijn;
  • Bij roodheid rondom de wond;
  • Bij zwelling van het wondgebied;
  • Bij plasproblemen;
  • Als er pus uit de plasbuis of eikel komt.

Wanneer zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neemt u dan contact op met de polikliniek Urologie, via telefoonnummer 0845-84 53 45. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.

Adviezen voor thuis

  • De eerste 24 uur als u weer thuis bent, draagt u een strakke onderbroek om het toenemen van de zwelling en bloeduitstorting te voorkomen. Draag de penis naar boven. Na deze 24 uur kunt u weer het ondergoed dragen dat u gewend bent.
  • Na 24 uur mag u weer douchen of in bad.
  • De eerste 7 dagen na de operatie mag u nog niet in bad, omdat de wond kan gaan verweken.
  • Rust de eerste 3 dagen zoveel als mogelijk is. Gaat u deze 3 dagen bij voorkeur niet te veel zitten om te voorkomen dat het pompje omhoog geduwd wordt.
  • Bij pijn mag u paracetamol 500 mg tabletten gebruiken, maximaal 4 keer per dag 2 tabletten.
  • Na 3 dagen mag u langzaamaan meer gaan bewegen. Houdt u hierbij rekening met de pijn en neemt u op tijd uw rust. Blijft u echter de eerste 6 weken voorzichtig met bewegen.
  • Vermijd het zitten op zeer harde oppervlaktes.
  • Sporten, fietsen en het tillen van zware voorwerpen is absoluut verboden in de eerste 8 weken na de operatie.
  • Overlegt u tijdens de eerste poliklinische controle wanneer u weer mag sporten.
  • Wanneer u weer kunt gaan werken, hangt af van het werk dat u verricht. Dit kunt u ook tijdens de eerste poliklinische controle overleggen.

Controleafspraak

Na ongeveer 14 dagen heeft u op de polikliniek Urologie een afspraak voor controle. Als u een penisprothese met een pompje heeft gekregen, krijgt u ook instructies van de uroloog hoe u de prothese kunt bedienen.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neemt u dan gerust contact op met de polikliniek Urologie op telefoonnummer 0845-84 53 45.

Specialismen