Maasziekenhuis Bij Nacht
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Prostaatoperatie volgens Millin
Patiëntenfolder

Prostaatoperatie volgens Millin

Binnenkort wordt u opgenomen voor een prostaatoperatie. Door u goed voor te bereiden op de ingreep kunt u bijdragen aan een vlot herstel. Het lezen van deze folder kan daarbij helpen.

Prostaatproblemen

Als er sprake is van prostaatproblemen, gaat het meestal om een goedaardige prostaatvergroting. Bij het ouder worden groeit de prostaat mee. Vanaf een jaar of vijftig kan een man zo’n grote prostaat hebben, dat er klachten ontstaan. Een vergrote prostaat sluit namelijk nauwer om de plasbuis heen dan normaal, waardoor de plasbuis op den duur kan worden dichtgedrukt. Het gevolg daarvan is dat er problemen ontstaan bij het plassen.

Wat is een Millin prostatectomie?

Millin prostatectomie wordt ook wel de open prostatectomie genoemd. De uroloog kiest meestal voor open prostatectomie als de klier te groot is voor een operatie via de plasbuis. Tijdens deze operatie verwijdert de uroloog het klierweefsel dat de plasbuis dichtdrukt.

Voorbereiding op de opname

Pre-operatief spreekuur

U bezoekt voor de operatie het pre-operatief spreekuur (POS). Hier heeft u een gesprek met de anesthesioloog en de informatieverpleegkundige. In overleg met de anesthesioloog bespreekt u de narcose. Ook krijgt u te horen vanaf wanneer u nuchter moet zijn en welke medicijnen u moet innemen.

De informatieverpleegkundige vertelt u meer over het verloop van de ingreep. Verder stelt ze u vragen over uw medicijngebruik en overgevoeligheden. U krijgt ook de gelegenheid om vragen te stellen. Om ontlasting tijdens de operatie te voorkomen en er voor te zorgen dat de stoelgang na de ingreep weer gemakkelijk verloopt, krijgt u een laxeermiddel (zetpil) mee naar huis.

De dag voor de operatie begint u met antibiotica (tarivid 400mg), deze krijgt u ook mee naar huis.

Verdere voorbereiding op de operatie

We raden u aan 24 uur voor de opname geen alcohol te gebruiken, ook mag u in die tijd niet roken. Wij verzoeken u ‘s morgens voordat u naar het ziekenhuis gaat te douchen of te baden en de penis goed te reinigen.

Neem geen waardevolle bezittingen mee, zoals sieraden en waardevolle papieren. Het ziekenhuis draagt geen verantwoordelijkheid voor vermissing of diefstal van uw persoonlijke bezittingen.

Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?

  • Een geldig legitimatiebewijs (paspoort of identiteitskaart) van uw kind.
  • Wij vragen u om bij uw thuisapotheek toestemming te geven om uw medicatiegegevens met ons te delen. Wanneer u geen toestemming heeft gegeven, verzoeken wij u bij iedere afspraak in het ziekenhuis een Actueel Medicatie Overzicht (AMO) mee te nemen. U kunt een AMO laten uitprinten door uw apotheek.

Opname en verblijf in het ziekenhuis

Dag van opname

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de balie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige ontvangt u en laat u de afdeling zien. Ook hebt u dan de gelegenheid om vragen te stellen. Neem uw medicijnen en eventuele allergiegegevens mee.

Ter voorbereiding op de operatie krijgt u een uur voor de operatie medicijnen. U mag hierna niet meer uit bed, omdat u duizelig en slaperig kunt worden van deze medicijnen.

De operatie

Bij deze operatie maakt de uroloog een snede onder in de buik. Daarna wordt het klierweefsel dat de plasbuis dichtdrukt verwijderd. De wand van de prostaat blijft aanwezig.

Na de operatie wordt er een spoelkatheter in de plasbuis gebracht, waardoor continu vloeistof wordt gespoeld. De spoelvloeistof en geproduceerde urine worden na de operatie opgevangen in een katheteropvang-systeem. De katheter is nodig om de operatiewond rust te geven en eventueel bloedstolsels weg te spoelen.

Na de ingreep

Na de operatie gaat u voor korte tijd naar de uitslaapkamer. Als uw bloeddruk en ademhaling in orde zijn, gaat u naar uw eigen kamer. U heeft een infuus in uw arm, dat blijft zitten tot de volgende dag.

Om trombose te voorkomen, krijgt u tijdens de opname elke avond een injectie met een middel om bloedstolling (trombose) te voorkomen. Dit middel heeft Fragmin.

Op de dag na de operatie mag u normaal eten als u zich goed voelt en niet misselijk bent.

Een verpleegkundige neemt een dag na de operatie eventueel een buisje bloed af om te controleren of u niet te veel bloed verloren heeft tijdens de operatie. Eventueel wordt na de uitslag hiervan het infuus verwijderd. Meld aanhoudende misselijkheid en/of pijn na de ingreep aan de verpleegkundige.

De katheter kan blaaskrampen geven. Hiertegen kunt u medicijnen krijgen. Aan de katheter zit een spoelsysteem om de stolsels uit het operatiegebied te spoelen. Het is normaal dat u de eerste dagen na de operatie bloed en stolsels in uw urine ziet. Soms moet er extra gespoeld worden. Het spoelen kan een gevoel geven alsof u nodig moet plassen. Het spoelsysteem wordt in overleg met de arts de eerste of tweede dag na de operatie gestopt. De urine moet dan nagenoeg helder zijn. Door veel te drinken (twee tot drie liter per dag) bevordert u de genezing. Als het warm weer is, dient u nog meer te drinken.

De eerste dag na de operatie wordt u al even uit bed geholpen. De dagen erna wordt dit uitgebreid. Soms wordt er een wonddrain geplaatst tijdens de operatie. De wonddrain (dit is een slangetje om wondvocht af te voeren) wordt in de eerste dagen na de operatie verwijderd. De vijfde dag na de operatie wordt meestal de katheter uit de penis verwijderd. U kunt weer via de normale weg gaan plassen en dan volgt ook ontslag uit het ziekenhuis.

De eerste maanden kunt u tijdelijk last hebben van incontinentie. De hechtingen worden tien tot veertien dagen na de operatie verwijderd op de polikliniek Urologie of bij de huisarts.

Na de opname

Adviezen voor thuis

  • De eerste zes weken mag u geen zware arbeid verrichten en niet zwaar tillen.
  • Gedurende de eerste zes weken mag u niet fietsen.
  • Druppelincontinentie kan voorkomen. Tijdens het gesprek met de informatieverpleegkundige heeft u een startpakket gekregen. Als u meer materiaal nodig heeft, dan kunt u dat bestellen. In het start-pakket vindt u meer informatie over het bestellen van materiaal. Bij vragen kunt u contact opnemen met de poli Urologie, telefoonnummer 0485-84 53 45.
  • Het is beter dat u niet perst bij de ontlasting.
  • Wij raden u aan, in ieder geval tot de controle, dagelijks minimaal 2 tot 3 liter te drinken.
  • In verband met de kans op nabloeding, adviseren wij u de eerste zes weken geen seksuele gemeenschap te hebben.
  • Als u bloedverdunners (bv. Ascal, sintromitis, marcoumar) gebruikt, mag u deze meestal 2 tot 3 weken na de operatie weer gaan gebruiken.
  • Bij pijn mag u tot 4 keer per dag 2 tabletten Paracetamol van 500 mg innemen.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen neemt u contact op met de polikliniek Urologie:

  • als u thuis heftige pijn krijgt
  • bij koorts (meer dan 38,5 ℃)
  • bij een nabloeding

Als zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neemt u dan contact op met de polikliniek urologie, via telefoonnummer 0485-84 53 45. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.

Risico’s en complicaties

Elke ingreep brengt risico’s met zich mee. Een prostaatoperatie geeft risico’s op complicaties zoals trombose, nabloeding en wondinfectie. Er is een kleine kans dat u moeite blijft houden met het ophouden van de urine.

De uroloog informeert u uitgebreid over de mogelijke risico’s en complicaties.

Nazorg en herstelperiode

Na zes tot acht weken is de buikwond en de wond in de plasbuis genezen. Het is belangrijk dat u veel blijft drinken om de blaas goed door te spoelen. In deze periode kunt u problemen ervaren met plassen en u kunt de plas soms moeilijker ophouden. U krijgt daarom voor de operatie een proefpakketje met incontinentiemateriaal. Het is heel goed mogelijk dat u al urine verliest voordat u bij het toilet bent. Dit is een tijdelijk probleem dat vrijwel altijd verdwijnt als de operatiewonden zijn genezen.

In de eerste maanden na de operatie kunnen er korstjes loslaten die zich in de prostaat hebben gevormd. Er zit dan bloed bij uw urine. Schrik daar niet van. Neem rust en drink veel, dan is de urine snel weer helder. Blijft het bloedverlies meerdere dagen achtereen aanhouden, waardoor uw urine donkerrood blijft, neem dan contact op met de polikliniek Urologie of buiten kantooruren met de SEH.

Na zes tot acht weken moet u met een volle blaas bij de uroloog weer op controle komen.

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stelt u deze dan aan uw behandelend arts of neemt u contact op met de polikliniek Urologie op telefoonnummer 0485-84 53 45.

Specialismen