Maasziekenhuis Pantein Gebouw avond
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Zwangerschapsdiabetes
Patiëntenfolder

Zwangerschapsdiabetes

Tijdens uw zwangerschap is een suikertest (Glucose Tolerantie Test) gedaan om te kijken of de suikerstofwisseling in orde is. Deze test liet bij u één of meerdere afwijkende waarden zien. In deze folder leest u meer over deze (tijdelijke) aandoening, welke behandeling mogelijk is en wat het voor eventuele volgende zwangerschappen en uw verdere leven kan betekenen.

Diabetes mellitus

Suiker (koolhydraten) is een belangrijke energiebron en bouwstof voor het lichaam, net als vetten en eiwitten. Suiker zit in voeding. Het wordt opgenomen via de darmen en komt daarna in de bloedbaan terecht. De lever maakt ook suiker aan en brengt deze in de bloedbaan. Hierdoor kan uw bloedsuiker nuchter stijgen terwijl u niets eet. Vanuit de bloedbaan worden de suikers naar de lichaamscellen vervoerd. Hiervoor is insuline nodig. Insuline is te vergelijken met een sleutel die het slot van de cel opendraait. Door een tekort aan insuline kan de glucose niet in de cellen worden opgenomen. Hierdoor stijgt het glucosegehalte in het bloed. Als dit te hoog wordt, verlaat de glucose via de urine ongebruikt het lichaam. Hier is veel vocht voor nodig, waardoor u dorst kunt krijgen en meer gaat drinken. De lichaamscellen krijgen een tekort aan glucose: ze lijden als het ware honger.

Wat gebeurt er tijdens de zwangerschap?

Door de hormonale veranderingen tijdens de zwangerschap worden de lichaamscellen minder gevoelig voor insuline. Dit gebeurt bij elke zwangerschap. Door meer insuline te maken, kan het lichaam er voor zorgen dat de bloedsuikerwaarde niet stijgt. Dit minder gevoelig worden van de cellen treedt vaak op in het tweede deel van de zwangerschap. Dit is de reden dat de suikertest in het algemeen pas in de tweede helft van de zwangerschap wordt gedaan. Normaal kan het lichaam een zwangerschap goed aan, maar als de cellen erg ongevoelig worden en/of als de alvleesklier de extra insuline niet voldoende kan aanmaken, kan de bloedsuikerwaarde gaan stijgen. Zwangerschapsdiabetes kan voorkomen zonder dat u klachten of verschijnselen heeft. Het komt voor bij 1 op de 20 zwangerschappen.

 

Mogelijke gevolgen van zwangerschapsdiabetes

Voor het ongeboren kind:

  • Verhoogde kans op te zwaar geboortegewicht (macrosomie).
  • Verhoogde kans op te lage bloedglucosewaarden (hypo's) na de geboorte.
  • Verhoogde kans op diabetes op latere leeftijd.
  • Meer vruchtwater, omdat het kind meer plast bij verhoogde bloedsuikers.
  • Een vertraagde longrijping

Voor de moeder:

  • Verhoogde kans op hoge bloeddruk of pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging).
  • Verhoogde kans op vastzittende schoudertjes (schouderdystocie) of keizersnede tijdens de bevalling (vooral bij grote baby).
  • Verhoogde kans op diabetes type 2 op latere leeftijd.

Behandeling zwangerschapsdiabetes

Behandeling van zwangerschapsdiabetes is van belang om deze gevolgen te voorkomen.
Na de diagnose heeft u een gesprek met de verpleegkundig specialist diabetes. Zij bespreekt uw persoonlijke situatie, de behandeling, de risicofactoren en zal uw vragen beantwoorden. U prikt op het laboratorium nog een aanvullend onderzoek, de Hba1c waarde. De uitslag geeft een indruk van de gemiddelde glucose van de afgelopen 6 weken. De verpleegkundig specialist zal uw huisarts schriftelijk informeren.
Het doel van de behandeling van zwangerschapsdiabetes is om met aanpassingen in uw voeding en meer beweging de bloedsuikers op de juiste streefwaarde te krijgen, nuchter onder 5.3 mmol/l en 1,5 uur na het eten onder 7.0 mmol/l. Indien de waardes daarboven blijven, dan wordt besproken om te gaan starten met insuline. Dit heeft geen nadelige gevolgen voor uw kindje. De begeleiding tijdens het insuline spuiten wordt gedaan door een diabetesverpleegkundige.

Er zijn tabletten om de bloedsuiker te verbeteren en worden buiten de zwangerschap gebruikt, maar omdat niet bekend is of deze tabletten geheel onschadelijk zijn voor het kind, gebruiken wij deze niet. Dit betekent dat er geen ander middel is dan het spuiten van insuline. Ongeveer een kwart van de vrouwen met zwangerschapsdiabetes heeft insulinebehandeling nodig. Na de bevalling wordt de insuline weer gestopt.

Zwangerschapsdiabetes betekent niet automatisch dat u in het ziekenhuis moet bevallen. Als de bloedsuikers goed zijn ingesteld met alleen een dieet, dan mag u thuis bevallen. Als het kind toch te veel groeit, wordt een poliklinische bevalling geadviseerd. Wanneer verwacht wordt dat het kind te groot wordt, kan een inleiding tussen 38-40 weken worden overwogen.

Nacontrole

Zes weken na de bevalling heeft u nog een afspraak bij de verpleegkundig specialist via beeldbellen. Op de dag van de nacontrole meet u ’s morgens een nuchtere bloedsuiker en weegt u zichzelf. Deze waarde geeft u door aan de verpleegkundig specialist.

Toekomst

Zwangerschapsdiabetes is een waarschuwing voor de toekomst.

  • Na de bevalling verdwijnen de verhoogde bloedsuikers, maar het verhoogde risico verdwijnt niet.
  • Het risico om type 2 diabetes te krijgen binnen 5 tot 10 jaar is 50%. Daarom adviseren wij u om de eerste 5 jaar na de bevalling jaarlijks eenmalig uw nuchtere bloedsuiker te laten controleren bij de huisarts. Type 2 diabetes kan voorkomen zonder dat u klachten of verschijnselen heeft. U kunt de kans op diabetes zo klein mogelijk houden door voldoende lichaamsbeweging, een gezond voedingspatroon en een gezond gewicht.
  • Bij een nieuwe zwangerschapswens moet de (nuchtere) bloedsuiker vooraf gecontroleerd te worden bij de huisarts.
  • Bij een volgende zwangerschap is de herhaling van zwangerschapsdiabetes 90%. Daarom wordt de suikertest dan al bij een zwangerschapsduur van 16 weken verricht.

Voedingsadvies bij zwangerschapsdiabetes

Het voedingsadvies krijgt u via een video aangeboden, welke per mail wordt verstuurd. Neem even rustig de tijd om de video te bekijken en beluisteren, deze duurt ongeveer 15 minuten.
Goede voeding is van groot belang tijdens uw zwangerschap. De belangrijkste voedingsregels zijn: eet gevarieerd, eet niet teveel en eet genoeg groente, fruit en brood.
Het volgende overzicht geeft aan wat u per dag nodig heeft. Dit is een algemene richtlijn. Individuele verschillen zijn mogelijk.

Product Hoeveelheid
Brood en broodproducten 4-7 sneden

Aardappelen

of rijst, pasta en peulvruchten

3-5 stuks

1-3 opscheplepels

Groenten 3-4 groentelepels
Fruit 2 porties
Melkproducten 3 glazen (totaal ±500 ml)
Kaas 1-2 plakken
Vlees/vis/kip/ei/tahoe/tempeh ±75 gram (gaar)
Vleeswaren 1-2 plakken
Halvarine 5 grams per snee
Boter/margarine/bak- en braadproducten voor de bereiding van de warme maaltijd 15 gram
Drinken (vocht) inclusief melkproducten 1,5-2 liter

Wat wordt onder 'suiker' verstaan?

Alle stoffen uit de voeding die in het lichaam tot glucose (suiker) worden omgezet, zijn hier van belang. Deze stoffen noemen we koolhydraten. Er bestaan verschillende koolhydraten, onder andere zetmeel, vruchtensuiker, melksuiker en suiker uit de 'suikerpot'.

  • Zetmeel komt onder andere voor in aardappelen, frites, brood, peulvruchten, rijst en pasta.
  • Vruchtensuiker komt voor in fruit en vruchtensappen.
  • Melksuiker komt voor in melk en melkproducten (met uitzondering van kaas).
  • Suiker uit de 'suikerpot' bestaat uit puur suiker. Deze suiker wordt ook verwerkt in allerlei voedingsmiddelen, bijvoorbeeld frisdrank, snoep, koekjes, gebak, chocolade en zoet broodbeleg. De hoeveelheid koolhydraten verschilt per voedingsmiddel. Dit kunt u zien op de verpakking.

Waar kunt u op letten?

  • Gebruik een gezonde voeding.
  • Verdeel uw maaltijden (koolhydraten) over de dag.
  • Gebruik liever zes kleinere maaltijden dan drie grote maaltijden.
  • Voeg geen suiker toe aan thee en koffie (eventueel kunt u per kopje 1 zoetje toevoegen).
  • Beperk het gebruik van suikerhoudende producten.
  • Gebruik géén frisdrank/limonade met suiker. In plaats hiervan kunt u 'light' frisdranken gebruiken (maximaal 2 tot 3 glazen per dag).
  • Gebruik liever geen vruchtensappen.

Algemene tips

  • Als u gewend bent een nagerecht te nemen, gebruik dit dan bij voorkeur 1,5 uur later. Dit zorgt voor een betere spreiding van de koolhydraten.
  • U kunt twee keer per dag een portie fruit nemen als tussendoortje. Verdeel dit over de dag.
  • U kunt bij thee of koffie een gewoon koekje nemen. Gebruik grote koeken of een klein stukje gebak alleen bij speciale gelegenheden. Deze bevatten erg veel koolhydraten.
  • Als u behoefte heeft aan meer informatie over koolhydraten in de voeding, installeer dan de app: “mijn eetmeter” op uw telefoon.

Om te zien of alle adviezen ook daadwerkelijk nodig zijn en effect hebben, wordt geadviseerd om zelf uw bloedsuikers te meten. De meest geschikte tijden hiervoor zijn meteen na het opstaan (nuchter) en 1,5 uur na de start van de maaltijd. Wij vragen u bij hoge en lage waardes de bijzonderheden vermelden. Afhankelijk van deze waardes kan de voeding eventueel worden bijgesteld. Meestal gebeurt dit in een telefonisch overleg.

Zelfcontrole van de bloedsuikers

Via uw mail ontvangt u een link om u voor te bereiden op de werking van de bloedsuikermeter. De spreekuurassistente zal daarna nog persoonlijk met u de procedure doornemen en een bloedsuikermeter met toebehoren meegeven. Door middel van zelfcontrole krijgen we een goed beeld van uw bloedglucosewaarden over de gehele dag. Dit komt de verdere behandeling ten goede. Tijdens deze afspraak ontvangt u ook het formulier voor bloedafname van het Hba1c.

Hoe meet u de bloedsuikerwaarde?

Door middel van een vingerprikje met een speciaal daarvoor bestemde prikpen haalt u een druppeltje bloed uit de zijkant van uw vingertop. Deze druppel laat u opzuigen door een teststrip, die in een bloedsuikermeter is aangebracht. Deze meter geeft vervolgens na 5 seconden de bloedsuikerwaarde aan. Deze handeling kost u per keer enkele minuten.

Bekijk onderstaande instructievideo met uitleg hoe u de meter gebruikt.

Om de video te kunnen bekijken dient u de cookies te accepteren. 

Hoe vaak meet u een bloedsuiker?

In de eerste week wordt geadviseerd om dagelijks 5 keer de bloedsuiker te meten: meteen na opstaan (N), 1,5 uur na de start van het ontbijt (NO), 1,5 uur na de start van de lunch (NL), 1,5 uur na de start van het avondeten (NA) en voor het slapen (VS). De waardes en uw genuttigde voedingsmiddelen kunt u noteren op het formulier dat u ontvangt van de verpleegkundig specialist. Op dag 1 vragen we u te noteren wat en hoeveel u gegeten heeft en op de dagen daarna welke actie u heeft ondernomen bij een verhoogde glucose.
Zijn er vragen over de zelfcontrole van de bloedsuikers dan kunt u een berichtje sturen via de Beter Dichtbij app.

Beter Dichtbij app

Via de mail ontvangt u een link met uitleg over het gebruik van de beveiligde Beter Dichtbij app. Na activatie van de app ontvangt u van ons belangrijke informatie over de behandeling, kunt u vragen stellen en is er de mogelijkheid om te beeldbellen.

Contact met diëtist

Een week na de uitleg van het meten van de bloedglucose wordt u verzocht een foto van het overzicht met de gemeten bloedglucosewaardes te mailen naar: dietetiek@pantein.nl 
Na ontvangst van het overzicht wordt u door de diëtist gebeld om de resultaten en het vervolg te bespreken. Mocht u vragen hebben naar aanleiding van de video van de diëtist, dan kunt u een mail sturen naar dietetiek@pantein.nl 

Als uw bloedsuikerwaarden te hoog zijn, zal de diëtist u aanvullend advies geven. Als uw bloedsuikers op streefwaarde zijn, is het advies 2 dagen per week 4 keer per dag te meten: N, NO, NM en NA tot aan het einde van zwangerschap. De diëtist houdt zo nodig telefonisch contact met u over de dagcurves. De uitleg en (telefonische) begeleiding van de diëtist worden vergoed uit de basisverzekering, het wordt verrekend met uw eigen risico als dit nog niet op is.

Wat gebeurt er als de waardes te hoog blijven?

De bloedsuikerwaarden tijdens een zwangerschap zijn te hoog bij een nuchtere waarde van 5,3 mmol/l of hoger, en 1,5 uur na de start van de hoofdmaaltijden of ’s avonds 7,0 mmol/l of hoger. Wanneer dit niet bereikt kan worden met spreiding van de koolhydraten bestaat de mogelijkheid dat u insuline moet gaan spuiten. Daarnaast wordt de groei van uw kind extra gecontroleerd door middel van een echo.
Na de zwangerschap zijn de streefwaarden van de bloedsuikers anders. Het doel is dan: nuchter onder 6,0 mmol/l en 1,5 uur na de start van de maaltijd onder 7,8 mmol/l.

Insulinebehandeling

Als u een insulinebehandeling nodig heeft, wordt er een afspraak bij de diabetesverpleegkundige gemaakt. Zij leert u hoe u de insuline kunt injecteren. Insuline toedienen gaat alleen maar via een injectie, één of meerdere keren per dag. Dat is afhankelijk van het moment waarop de bloedsuiker is verhoogd. De huidige injectiematerialen zijn eenvoudig en gemakkelijk te bedienen. Insuline wordt verstrekt in wegwerppennen, waarbij een uiterst dun en kort naaldje gebruikt wordt. Hiermee kan de insuline in het onderhuids vetweefsel gespoten worden. De insuline wordt in het bovenbeen of in de buik geïnjecteerd. Dat is afhankelijk van de insulinesoort. Na de instructie houdt de diabetesverpleegkundige contact met u via de Beter Dichtbij app of telefonisch voor het goed reguleren van de bloedsuiker tot aan de bevalling. De telefonische con-tactmomenten met diëtist vervallen dan. Als u insuline spuit voor de maaltijd(en) kan de diëtist u nog aanvullend advies geven.

Hulpmiddelen

De hulpmiddelen die u nodig heeft om uw bloedsuikers te meten en/of insuline te spuiten ontvangt u de eerste keer via de verpleegkundig specialist. Zij regelt een machtiging voor de vergoeding van de materialen via uw zorgverzekeraar. De hulpmiddelen worden vergoed uit de basisverzekering. Hiervoor geldt wel uw eigen risico. De bloedsuikermeter mag u houden. Bij een volgende zwangerschap kunt u deze eventueel weer gebruiken, nadat deze is gecontroleerd op nauwkeurigheid door de diabetesverpleegkundige.
Voor het bijbestellen van materialen kunt u zelf contact opnemen met het postorderbedrijf Bosman of Mediq Direct (zie naam op de doos van de bloedsuikermeter met toebehoren). Een (on)geopende flacon van de Accu Chek Insight teststrips is houdbaar tot de datum vermeld op de flacon. Het is belangrijk om de flacon steeds goed te sluiten. De machtiging voor vergoeding van de teststrips vervalt na de uitrekendatum.

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u deze bespreken met de diëtist tijdens de telefonische afspraak of met de verpleegkundig specialist tijdens de medische controle of via de Beter Dichtbij app.

Belangrijke telefoonnummers

Maasziekenhuis Pantein

Centrale Maasziekenhuis: 0485-84 50 00
Polikliniek gynaecologie: 0485-84 55 60
Verpleegkundig specialist / diabetesverpleegkundige: 0485-84 50 00
Diëtist: dietetiek@pantein.nl

Telefoonnummers voor bijbestellen materialen

Bosman: 0800-0662
Mediq Direct: 088 - 8889450

Informatie over zwangerschapsdiabetes

Zorgwijzer diabetes en zwangerschap

Specialismen