Maasziekenhuis Pantein Gebouw avond
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Slokdarmkanker
Behandeling

Slokdarmkanker

Bij slokdarmkanker zit er een kwaadaardig gezwel (tumor) in de slokdarm. De medische term voor slokdarmkanker is oesofaguscarcinoom. Slokdarmkanker komt vooral voor bij mensen boven de 60 jaar. Slokdarmkanker komt bij mannen 3 keer zo vaak voor dan bij vrouwen.

Anatomie slokdarm

De slokdarm (ook oesofagus genoemd) is een buis van ongeveer 25 tot 30 centimeter lang tussen uw keel en maag. Het grootste deel ligt in het achterste gedeelte van uw borstholte tegen de wervelkolom. In de borstholte tussen uw beide longen liggen naast de slokdarm andere belangrijke organen. Denk aan de luchtpijp met zijn vertakkingen naar beide longen, het hart en de grote bloedvaten. De slokdarm zorgt ervoor dat voedsel van de mond naar de maag komt.

Functie van de slokdarm

Als je je eten doorslikt, komt het in de slokdarm terecht. Via de slokdarm vertrekt het voedsel naar de maag. Deels gaat dat vanzelf door de zwaartekracht. Maar ook helpt de slokdarm hier bij. Doordat de spieren in de slokdarmwand zich samentrekken, verplaatst het eten zich naar de maag.

Onderin de slokdarm zitten de onderste sluitspier (slokdarm-sfincter). Die openen zich zodra het voedsel daar is. Het eten komt zo in de maag terecht. Daarna sluit de sluitspier zich weer zodat er niets vanuit je maag terugkomt in de slokdarm.

Risicofactoren

De kans om slokdarmkanker te krijgen is groter:

  • Als u rookt.
  • Als u alcohol drinkt.
  • Als u weinig groente en fruit eet.
  • Als u overgewicht heeft.
  • Als u last heeft van chronisch zuurbranden of opstijgend maagzuur. Dit kan uiteindelijk leiden tot een Barretslokdarm: het veranderen van de cellen van het slokdarmslijmvlies.
  • Als uw slokdarmslijmvlies beschadigd is.

Erfelijkheid

Er is nog veel onduidelijk over der rol van erfelijkheid bij het ontstaan van slokdarmkanker. Er wordt aangenomen dat bij een klein aantal van de gevallen van slokdarmkanker er mogelijk sprake is van erfelijke aanleg.

Symptomen slokdarmkanker

Klachten die kunnen passen bij slokdarmkanker zijn:

  • Moeite met slikken.
  • Het eten blijft steken in de slokdarm of u heeft het gevoel dat het niet goed zakt. Dit noemen we passageklachten.
  • Blijvende pijn of een vol gevoel achter het borstbeen of in de bovenbuik.
  • Vaak de hik hebben.
  • Zwarte ontlasting (dit kan komen door bloed in de ontlasting).
  • Steeds minder zin om te eten.
  • Bloed braken.
  • Duizeligheid en vermoeidheid.
  • Bij een klein beetje eten al een ‘vol’ gevoel hebben.
  • Afvallen zonder dat u daar iets voor doet.

Slokdarmkanker geeft in het begin meestal geen klachten. Deze komen vaak pas nadat de tumor zich al heeft uitgebreid. Als de tumor de slokdarm helemaal afsluit, moeten patiënten braken.

Patiënten krijgen vaak pas pijn als het slijmvlies aan de binnenzijde van de slokdarm door de tumor beschadigd raakt. Ook uitzaaiingen kunnen pijn veroorzaken en ervoor zorgen dat u moet hoesten, bloed opgeven of geelzucht krijgt. Als u veel bloed verliest uit de beschadigde slokdarm kunt u duizelig en moe worden en uw ontlasting kan zwart worden.

Vormen van slokdarmkanker

Er zijn verschillende soorten slokdarmkanker. De meest voorkomende zijn:

  • Het adenocarcinoom.
    Deze tumor ontstaat bijna altijd onderin de slokdarm. De meeste adenocarcinomen ontstaan uit een zogeheten Barrett-slokdarm. Bij een Barrett-slokdarm is het slijmvlies in de slokdarm veranderd. Dat kan gebeuren als iemand jarenlang voortdurend last heeft van brandend maagzuur.
  • Het plaveiselcelcarcinoom.
    Deze tumor ontstaat in de bovenste laag van het slijmvlies in de slokdarm. Een plaveiselcelcarcinoom ontstaat meestal bovenin of middenin de slokdarm.

Hoe groeit een slokdarmtumor?

Er zijn verschillende manieren waarop een tumor in de slokdarm kan groeien.

  • In de slokdarm zelf, naar boven of beneden via de slokdarmwand.
  • Door de slokdarmwand heen. Zo komt de tumor aan de buitenkant van de slokdarm. Hij kan doorgroeien naar omringende weefsels of organen.
  • De tumor kan ook uitzaaien via bloed of lymfe. Dat betekent dat de tumorcellen via het bloed of lymfevocht in andere organen terechtkomen.

Verloop van de ziekte

Slokdarmkanker wordt in veel gevallen pas laat ontdekt, terwijl uitzaaiingen al snel voorkomen. Dat betekent dat de tumorcellen via het bloed of lymfevocht in andere organen terechtkomen. Hierdoor is genezing vaak niet meer mogelijk. Bij 4 van de 10 patiënten die de slokdarmkanker krijgen, is een behandeling mogelijk die gericht is op genezing.

De kans op uitzaaiingen is groter als de tumor door een bloedvat of lymfevat groeit. Een ander woord voor uitzaaiingen is metastasen.

Als slokdarmkanker uitzaait, is dat meestal naar de lymfeklieren rondom de slokdarm, de zogenaamde lokale lymfeklieren. Later kunnen er ook uitzaaiingen ontstaan in lymfeklieren ergens anders in het lichaam of in de lever, longen, bijnieren en botten. Als de tumorcellen zich via het bloed verspreiden komen ze meestal in deze organen terecht. Soms ontstaan uitzaaiingen in andere organen zoals de hersenen.