Gebouw Maasziekenhuis Pantein
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Darmkanker
Behandeling

Darmkanker

Darmkanker komt vooral voor in de dikke darm en endeldarm. Het treft vooral mensen op oudere leeftijd (vanaf 60 jaar), maar het kan ook voorkomen op jongere leeftijd. Bij vroegtijdige opsporing is darmkanker over het algemeen goed te behandelen.

Persoonlijke begeleiding

Als u gehoord heeft dat er bij u een afwijking in de darmen is gevonden, of mogelijk dat er sprake is van darmkanker, dan heeft u ongetwijfeld veel vragen. Het is prettig als dan er één aanspreekpunt is. In het Maasziekenhuis kunt u met al hun vragen en zorgen terecht bij de casemanager coloncare.

Stomazorg

Bij elke buikoperatie bestaat de mogelijkheid dat er een (tijdelijk) stoma aangelegd moet worden. Een stoma krijgen is een ingrijpende gebeurtenis. Om u tijdens de opname goed te kunnen begeleiden, maakt u voor de operatie al kennis met de stomaverpleegkundige. De stomaverpleegkundige begeleidt en informeert u uitgebreid over de stoma en de verzorging van de stoma. Meer informatie over stomazorg.

 

De anatomie en functie van de dikke darm

De dikke darm (ook wel het colon genoemd) is ongeveer anderhalve meter lang en bevindt zich in de buikholte. In de dikke darm vindt de laatste fase van de spijsvertering plaats. Voedselresten die vanuit de dunne darm in de dikke darm komen, worden hier verder afgebroken. Ook worden in de dikke darm water en zouten opgenomen in de bloedvaten, waardoor voedselresten verder indikken en de ontlasting wordt gevormd.

De dikke darm bestaat globaal uit drie delen (zie figuur 1):

  • Het coecum bevindt zich rechtsonder in de buik. Hier gaat de dunne darm over in de dikke darm. Op de tekening is dit het donkere stukje van de darm. Aan dit deel van de dikke darm zit het wormvormig aanhangsel dat ook wel blindedarm (appendix) wordt genoemd.
  • De eigenlijke dikke darm bestaat uit drie gedeelten. Het opstijgende gedeelte van het colon bevindt zich rechts in de buik (ook wel het colon ascendens genoemd), het dwarslopende gedeelte (het colon transversum) loopt vanaf de lever onder de maag naar links, en het dalende deel (het colon descendens) loopt links in de buik naar beneden. Links onder in de buik maakt de dikke darm een S-bocht. Dit laatste stukje van de dikke darm wordt sigmoïd genoemd.
  • Onder in het bekken gaat het laatste deel van de dikke darm over in de endeldarm (rectum) en eindigt in de sluitspier (anus).

Figuur: Dikke darm. Wat links op het plaatje staat, bevindt zich in uw lichaam aan de
rechterkant

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten. Dikkedarmkanker is er één van. Er is sprake van kanker bij een kwaadaardige tumor. Kwaadaardig betekent dat:

  • een tumor in de omliggende weefsels groeit en deze beschadigt, waardoor klachten kunnen ontstaan.
  • de tumor blijft groeien, waardoor die steeds meer schade aanricht op de plaats waar die zich bevindt.
  • de tumor kan uitzaaien. Dat wil zeggen dat cellen uit het gezwel zich kunnen verplaatsen naar andere plekken in het lichaam, waar ze tot nieuwe tumoren kunnen uitgroeien.

Hoe ontstaat darmkanker?

Darmkanker ontstaat vrijwel altijd uit een poliep. Dat is een gezwel van het slijmvlies aan de binnenkant van de dikke darm. De meeste poliepen zijn goedaardig en zullen nooit uitgroeien tot een tumor. Een klein deel van de poliepen kan onrustige cellen bevatten. Dit zijn de zogenaamde adenomen. Deze adenomen kunnen op den duur uitgroeien tot dikke-darmkanker.

De meeste tumoren ontstaan in het laatste, onderste deel van de dikke darm en in de endeldarm. Darmkanker is één van de best behandelbare vormen van kanker. Hoe eerder de ziekte wordt ontdekt en behandeld, hoe groter de kans op genezing.

Behandeling van uitzaaiingen

Darmkankercellen kunnen losraken en via lymfe- of bloedvaten uitzaaien naar bijvoorbeeld de lymfeklieren, de lever of de longen. Daar kunnen ze uitgroeien tot nieuwe tumoren. Als op deze manier een nieuwe tumor in de lever ontstaat, dan heet dit geen leverkanker. Het zijn uitzaaiingen in de lever van darmkanker.

Het verwijderen van uitzaaiingen is steeds vaker mogelijk. Als het aantal uitzaaiingen niet te groot is en deze niet te verspreid zijn, kunt u hiervoor behandeld worden met genezing als doel. Uitzaaiingen kunnen op verschillende manieren behandeld worden. Als u in aanmerking komt voor het behandelen van de uitzaaiingen, dan bespreekt de behandelend arts met u welke mogelijkheden er zijn.

Palliatieve behandeling

Als er voorafgaand aan de operatie meerdere uitzaaiingen in meer dan één orgaan wordt gevonden (bijvoorbeeld in de lever of de longen), dan is het helaas niet altijd mogelijk om u definitief te kunnen genezen. Dat wil niet zeggen dat u niet meer behandeld kunt worden. U krijgt dan een palliatieve behandeling: een behandeling gericht op het zoveel mogelijk afremmen van de ziekte en het verminderen van de klachten. Als u in aanmerking komt voor een palliatieve behandeling, dan bespreekt de behandelend arts met u welke mogelijkheden er zijn.

Klachten bij darmkanker

Welke klachten u krijgt, hangt sterk af van de plaats van de tumor. In het laatste deel van de dikke darm tot aan de anus is de ontlasting dik en stevig. Als daar een tumor zit, kan de ontlasting er moeilijker langs. Dan kunt u een of meer van de volgende klachten hebben:

  • Verandering van de ontlasting, bijvoorbeeld verstopping of diarree.
  • Bloed of slijm in de ontlasting.
  • Het gevoel dat de darm niet volledig is geleegd nadat u naar de wc bent geweest.
  • Loze aandrang: het gevoel dat u naar het toilet moet maar er komt niets.

Als er een tumor in het begin van de dikke darm zit, ontstaan klachten pas veel later. Dat komt waarschijnlijk omdat de ontlasting in het begin van de dikke darm nog dun is. Daardoor passeert het de tumor makkelijk. Op een bepaald moment kunnen klachten ontstaan, zoals:

  • Vermoeidheid en duizeligheid door bloedarmoede. Dit komt door bloedverlies in de dikke darm. U merkt het bloedverlies zelf meestal niet.
  • Aanhoudende vage buikpijn, krampen en een opgeblazen gevoel.
  • Een gevoelige plek in uw buik.
  • Gewichtsverlies zonder duidelijke reden.

Oorzaken en risicofactoren

De precieze oorzaak van dikkedarmkanker is nog niet bekend. Wel is een aantal factoren bekend die het risico op darmkanker verhogen. Bij niet-erfelijke darmkanker lijken zogenoemde omgevingsfactoren een rol te spelen, met name het voedingspatroon en de leefstijl. U kunt het risico op darmkanker verkleinen door gezond te eten en te leven. Voldoende lichaamsbeweging (minimaal 30 minuten per dag) en een gezonde levensstijl kunnen het risico op darmkanker verlagen. 

Bij mensen die al bepaalde darmaandoeningen hebben, is de kans op darmkanker groter. Dit is bijvoorbeeld het geval bij:

  • darmpoliepen;
  • al eerder behandelde darmkanker;
  • erfelijke vormen van darmkanker;
  • chronische ontstekingen van de dikke darm (colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn).

Mensen met deze aandoeningen krijgen regelmatig een darmonderzoek. Veranderingen in de dikke darm die mogelijk met kanker te maken hebben, zijn dan in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen.

Erfelijkheid

Bij ongeveer 5 tot 10% van de patiënten is er sprake van een erfelijke vorm van darmkanker. Erfelijke vormen van darmkanker uiten zich meestal al op jonge leeftijd, voor het 50e levensjaar.

Komt er in uw familie veel kanker voor? Bespreekt u dit dan met uw behandelend arts. Met name bij baarmoederkanker, eierstokkanker en kanker aan de urinewegen, maag en dunne darm kan sprake zijn van een erfelijke vorm. De combinatie van deze kankersoorten in een familie, samen met dikkedarmkanker kan een aanwijzing zijn dat er sprake is van een erfelijke vorm van kanker.

Patiënten met darmkanker jonger dan 50 jaar zal de behandelend chirurg veelal vragen om deel te nemen aan een onderzoek naar erfelijke darmkanker. Een deel van het weefsel dat bij een operatie wordt weggehaald, wordt dan bewaard voor wetenschappelijk onderzoek. De patholoog onderzoekt dan ook of er sprake is van een mogelijke erfelijke vorm van darmkanker.