Maasziekenhuis Pantein Hal boven
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Netvliesloslating
Patiëntenfolder

Netvliesloslating

Een netvliesloslating (ablatio retinae) komt jaarlijks ongeveer bij 1 op de 10.000 mensen voor. Het kan op elke leeftijd optreden, maar bij ouderen is het risico groter. Ook bijzienden of mensen met netvliesloslating in de familie lopen meer risico. Soms is een ongeval, bijvoorbeeld een klap of een bal op het oog, de aanleiding. Wanneer een netvliesloslating niet wordt behandeld kan het leiden tot slecht zien of blindheid. In deze folder leest u meer hierover.

Afbeelding oog

Oorzaken en verschillen

De meeste netvliesloslatingen worden veroorzaakt door de aanwezigheid van een of meer scheurtjes in het netvlies. Deze scheurtjes of gaatjes worden meestal veroorzaakt door veranderingen in het glasachtig lichaam. Het glasachtig lichaam is een geleiachtige stof binnen in het oog, die op een aantal plaatsen vastzit aan het netvlies. Dit kan gepaard gaan met het zien van zwevende vlekjes en flitsen.

In de loop van het leven gaat het glasachtig lichaam krimpen. Er kunnen dan gaatjes ontstaan op de plekken van de aanhechting met het netvlies. Als er eenmaal een gaatje is ontstaan, kan er vloeistof tussen het netvlies en de diepere lagen van het oog komen. Dit noemt men een netvliesloslating.

Klachten

Vaak begint een netvliesloslating met vlekjes of flitsen, sommige mensen merken dat een deel van het gezichtsveld mist. Zolang het centrale deel van het netvlies niet heeft losgelaten, is de gezichtsscherpte in het algemeen nog goed.

Het komt ook voor dat een netvliesloslating begint met een plotseling verlies van het gezichtsvermogen, omdat bij het ontstaan van het gaatje in het netvlies een bloedvaatje is gescheurd en er bloed in de glasvochtruimte is gekomen.

Onderzoek

Aan de buitenkant van het oog is niet te zien of er sprake is van een netvliesloslating. De oogarts zal met behulp van druppels de pupil verwijden om zo het netvlies goed te kunnen bekijken.

Behandeling

Er zijn verschillende methoden, afhankelijk van de situatie en het oordeel van de oogarts.

1. Laserbehandeling

Wanneer de gaatjes niet te groot zijn en het netvlies nog niet of nauwe-lijks is losgelaten, dan kan een laserbehandeling worden toegepast. Rondom de gaatjes in het netvlies worden ‘brandwondjes’ gemaakt die kleine littekens gaan vormen. Daarmee kleven ze het netvlies vast aan de onderliggende lagen. De gaatjes kunnen dan niet groter worden. Het voorkomt ook dat er vocht onder het netvlies komt. De behandeling kan meteen poliklinisch plaatsvinden, duurt ongeveer 10 minuten en is weinig pijnlijk.

2. Operatie

Wanneer er wel vocht onder het netvlies is gekomen, is een laserbehandeling niet mogelijk. In dat geval zijn er verschillende operaties mogelijk. Deze operaties vinden niet plaats in het Maasziekenhuis. De oogarts verwijst u hiervoor naar een specialist in een ander ziekenhuis. Welke operatie voor u het meest geschikt is, bespreekt de specialist met u.

Resultaat

In 90 tot 95% van de gevallen lukt het om het netvlies na een of meer operaties weer goed op zijn plek te krijgen. Hoe goed het zichtvermogen wordt na de operatie, hangt af van de uitgebreidheid van de netvliesloslating en kan moeilijk van tevoren voorspeld worden.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde op telefoonnummer 0485–84 53 70.

Specialismen