Maasziekenhuis Pantein Hal
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Blaasoperatie, TUR-BT
Patiëntenfolder

Blaasoperatie, TUR-BT

Binnenkort wordt u opgenomen voor een operatie in de blaas. Door u goed voor te bereiden op de ingreep, kunt u bijdragen aan een vlot herstel. Het lezen van deze folder kan daarbij helpen.

Onderzoek door de uroloog heeft aangetoond dat er sprake is van een poliep in uw blaas, door de arts tumor genoemd. Dergelijke zwellingen dienen altijd verwijderd te worden omdat ze groter kunnen worden, bloedingen kunnen veroorzaken of zelfs (verder) in de spierwand van de blaas kunnen groeien. Verder is het ook van belang dat het verwijderde weefsel nader wordt onderzocht onder de microscoop, om zodoende de juiste diagnose te kunnen stellen.

TUR-BT

De ingreep die nodig is voor het verwijderen van het gezwel in uw blaas, wordt TUR-BT genoemd. De letters staan voor Trans Urethrale Resectie van Blaastumoren. Transurethraal betekent dat de operatie via de plasbuis (urethra) wordt uitgevoerd. Resectie wil zeggen dat de tumor via deze kijkoperatie uit de blaas wordt weggesneden met behulp van een elektrisch mesje.

Voorbereiding op de opname

Pre-operatief spreekuur

Enige tijd voor de geplande opnamedatum komt u naar het pre-operatief spreekuur in Maasziekenhuis Pantein. De anesthesioloog en de informatieverpleegkundige bereiden u tijdens dit gesprek voor op de operatie.

De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip vóór de operatie u niet meer mag eten en drinken. Wij raden u aan gedurende 24 uur vóór uw opname geen alcohol te gebruiken en niet te roken, ook niet gedurende de dag van de operatie.

Voor de operatie moet uw huid schoon zijn. Wij verzoeken u voor u naar het ziekenhuis komt te douchen of te baden, uw nagels kort te knippen, eventuele nagellak te verwijderen en geen crème of make-up te gebruiken. Tijdens de ingreep mag u geen lenzen, piercings of sieraden dragen. Een bril kunt u wel dragen.

Volgt u verder de instructies en voorbereidingen op, zoals afgesproken met de anesthesioloog en de informatieverpleegkundige (zie ook de folder ‘Anesthesiologie’). In de folder ‘Wegwijzer bij opname’ kunt u meer lezen over de opname en de voorbereiding hierop.

Griep of koorts?

Heeft u de dag voor de ingreep griep of koorts? Neemt u dan contact op met Bureau Opname (0485-84 57 10). U hoort dan of het nodig is om een nieuwe afspraak te maken.

Medicatie

De anesthesioloog vertelt u tijdens het pre-operatief spreekuur welke medicijnen u mag doorgebruiken en met welke u tijdelijk dient te stoppen.

Welke verdoving?

Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Deze operatie wordt meestal onder plaatselijke verdoving door middel van een ruggenprik uitgevoerd. Een enkele keer wordt, indien nodig, gekozen voor algehele narcose.

Plaatselijke verdoving kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt. Over de wijze van verdoving kunt u meer lezen in de folder ‘Anesthesiologie’ van het Maasziekenhuis. Tijdens het pre-operatief spreekuur kunt u uw keuze met de anesthesioloog bespreken.

Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?

  • Een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs).
  • Wij vragen u om bij uw thuisapotheek toestemming te geven om uw medicatiegegevens met ons te delen. Wanneer u geen toestemming heeft gegeven, verzoeken wij u bij iedere afspraak in het ziekenhuis een Actueel Medicatie Overzicht (AMO) mee te nemen. U kunt een AMO laten uitprinten door uw apotheek.

Opname en verblijf in het ziekenhuis

De dag van opname

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de balie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige ontvangt u en laat u de afdeling zien. Ook hebt u dan de gelegenheid om vragen te stellen. Neem uw medicijnen en eventuele allergiegegevens mee.

Ter voorbereiding op de operatie krijgt u een uur voor de operatie medicijnen. U mag hierna niet meer uit bed, omdat u duizelig en slaperig kunt worden van deze medicijnen. Tevens krijgt u een injectie in de buik om trombose te voorkomen.

De ingreep

Tijdens de operatie brengt de uroloog een instrument in de plasbuis waarmee hij/zij in de blaas kan kijken. Met dit instrument kan ook de tumor met een snijdend elektrisch mesje worden weggesneden. Kleine bloedvaatjes kunnen eveneens met dit mesje worden dichtgeschroeid. Er ontstaat dus een inwendige wond in de blaas. Hierdoor kunt u tijdelijk bloed bij de urine hebben. Dit kan aanhouden tot ongeveer 6 tot 8 weken na de operatie.

Aan het einde van de operatie krijgt u een verblijfskatheter in de blaas. Dit is een plastic slangetje dat via de plasbuis is ingebracht. De verblijfskatheter is bedoeld om de blaas rust te geven en om bloed en eventuele bloedstolsels weg te kunnen spoelen. Voor dit wegspoelen is er een spoelsysteem aan de verblijfskatheter gekoppeld. Via dit systeem wordt de blaas tot de volgende ochtend continu gespoeld.

Na de ingreep

Na de operatie gaat u voor korte tijd naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Als de controles, zoals bloeddruk en ademhaling in orde zijn, gaat u terug naar de verpleegafdeling. U heeft een infuus in uw arm. Als u weer in staat bent om zelf te drinken en eventueel wat te eten en u voelt zich goed, dan zal het infuus gewoonlijk verwijderd worden.

Het is normaal dat de urine die via de in de blaas aanwezige verblijfskatheter afloopt, rood gekleurd is. Dit wordt geleidelijk aan minder. Na één dag kan deze katheter weer worden verwijderd. Door veel te drinken spoelt de blaas vanzelf schoon. Wanneer na het verwijderen van de verblijfskatheter het plassen weer goed op gang is gekomen, mag u naar huis.

Controleafspraak

Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak voor de poliklinische controle. Deze vindt meestal twee weken later plaats. Tijdens deze controle-afspraak krijgt u ook de uitslag van het weefselonderzoek te horen.

Na de opname

Adviezen voor thuis

  • Bij pijn mag u paracetamol 500 mg tabletten gebruiken (maximaal 6 tabletten verdeeld over 24 uur).
  • Douchen mag, u heeft geen uitwendige wond en geen hechtingen.
  • Als u bloedverdunners gebruikt, mag u deze pas weer gebruiken als uw behandelend arts dat aangeeft.
  • De eerste week na de ingreep mag u geen zware lichamelijke arbeid verrichten.
  • Ook mag u de eerste week geen alcohol gebruiken of geslachtsgemeenschap hebben.

Extra drinken

Zes tot acht weken na de operatie is de wond in de blaas vaak voor een belangrijk deel genezen. Tot die tijd moet u extra drinken om de blaas goed te spoelen. In deze periode kunt u ook wat klachten ervaren met het plassen, zoals een schrijnend gevoel. Het plassen gaat vaak ook gepaard met meer aandranggevoel en u zult waarschijnlijk vaker naar het toilet moeten. Dit normaliseert meestal in de loop van meerdere weken. De urine kan soms nog bloederig zijn, wat niet verontrustend is.

Periodieke controle

Omdat de kans bestaat dat een poliepachtig gezwel terugkeert, is het altijd noodzakelijk dat u onder controle blijft van de uroloog. Dit houdt in dat uw uroloog met een bepaalde regelmaat in uw blaas zal kijken (cystoscopie) en urine-onderzoek zal laten doen. Het gebeurt regelmatig dat de blaas nagespoeld dient te worden met medicijnen. Mocht dit nodig zijn, dan krijgt u hierover meer informatie. Soms is verdere behandeling noodzakelijk (bijvoorbeeld een operatie of een blaasspoeling). Als dit het geval is, bespreekt de uroloog dit met u bij de eerste poliklinische controle na de operatie.

Complicaties

In zeldzame gevallen kan er tijdens de operatie een zwakke plek of zelfs een gaatje in de blaas ontstaan. De spoelvloeistof die tijdens de operatie wordt gebruikt, kan dan buiten de blaas komen. De operatie wordt dan beëindigd om verdere lekkage te voorkomen. De verblijfskatheter die hierna gegeven wordt, zorgt er voor dat het gaatje in de blaas vanzelf weer na een paar dagen is genezen. Slechts zelden is het nodig om het probleem met een operatie te verhelpen.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen dient u contact op te nemen met de behandelend arts:

  • als u bloedstolsels blijft plassen;
  • als het bloedverlies niet vermindert, ondanks dat u extra bent gaan drinken;
  • bij koorts boven de 38,5° C;
  • bij ernstige, brandende pijn tijdens het plassen;
  • wanneer u niet meer kunt plassen.

Wanneer zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neem dan contact op met de poli Urologie via telefoonnummer 0485-84 53 45. Buiten kantooruren belt u de Spoedeisende Hulp op 0485-84 53 31.

Meer informatie

Mocht u na het lezen van deze brochure nog vragen hebben, stelt u deze dan aan uw behandelend arts of neem contact op met de poli Urologie op telefoonnummer 0485-84 53 45.

Specialismen