Maasziekenhuis Bij Nacht
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Borstvorming bij de man
Patiëntenfolder

Borstvorming bij de man

Borstvorming kan ook voorkomen bij mannen. In medische termen wordt dit gynaecomastie genoemd. In deze folder leest u algemene informatie over de mogelijke oorzaken en klachten van borstvorming bij de man en de meest gebruikelijke behandelingsmogelijkheden.

Borstvorming

Als baby hebben zowel meisjes als jongens kleine klierschijfjes achter de tepel. Normaal verdwijnen deze klierschijven bij de jongens in de kindertijd. In de pubertijd zal onder invloed van hormonen bij meisjes borstvorming ontstaan.

Ook bij jongens komt het regelmatig voor dat in de pubertijd onder invloed van hormonen de borstklieren gaan opzwellen. Dit is een normale reactie van de borstklier op hormonen. Meestal is de zwelling dubbelzijdig, maar het kan ook enkelzijdig voorkomen. De in de pubertijd ontstane vergroting is meestal kortdurend, maar kan ook meer dan drie jaar blijven bestaan.

Op de babyleeftijd en in de pubertijd is deze borstklierzwelling bij de man ‘fysiologisch’. Dat wil zeggen dat het niet abnormaal is, maar een normale reactie van de borstklier op hormonen. Vanaf middelbare leeftijd kan de borstklier bij de man door het ouder worden ook gaan opzwellen. Ook dat wordt als fysiologisch beschouwd.

Er zijn echter ook niet-fysiologische oorzaken die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van de borstvorming, zoals:

  • bijwerkingen van bepaalde medicijnen.
  • reactie op stofwisselingsveranderingen bij lever- en nierziekten.
  • verandering in de productie van de hormonen (bijvoorbeeld te geringe productie door zaadbal en stress).
  • het slikken van hormonen.
  • hormoonproducerende gezwellen van zaadbal of luchtwegen.
  • borstkanker bij de man.

Meestal kan er echter bij niet-fysiologische borstvorming geen oorzaak gevonden worden.
Een borstkliervergroting bij de man is meestal te voelen als een elastische zwelling van ongeveer één tot twee centimeter achter de tepel. Er kan ook sprake zijn van pseudo-gynaecomastie: de borstklier zelf is dan niet afwijkend, maar door vetafzetting zijn er ‘borsten’ ontstaan.

Welke klachten kan borstvorming veroorzaken?

  • Er kunnen pijnklachten optreden.
  • Het kan hinderlijk zijn bij bijvoorbeeld het dragen van een rugzak of bretels.
  • Cosmetische bezwaren: de borstvorming past niet bij uw lichaam.
  • Ongerustheid.

Aanvullend onderzoek

Wanneer de kans op niet-fysiologische borstvorming aanwezig is, kan aanvullend onderzoek worden gedaan, bijvoorbeeld:

  • lichamelijk onderzoek van de borsten.
  • mammografie van de borsten (borstfoto).
  • echografie van de borstklier.
  • lichamelijk onderzoek van de zaadballen.
  • echografie van de zaadballen.
  • bloedafname om bepaalde stoffen in het bloed te onderzoeken.
  • bij het vermoeden van een kwaadaardige aandoening kan een celonderzoek worden ingezet na een punctie van het borstklierweefsel. Er wordt dan met een naaldje in het weefsel geprikt om cellen te verkrijgen.

Behandelingsmogelijkheden

  • Bij fysiologische borstvorming is geruststelling en een afwachtende houding gerechtvaardigd.
  • Bij niet-fysiologische borstvorming wordt, afhankelijk van de oorzaak, een behandelplan opgesteld.
  • Wanneer de oorzaak niet duidelijk is, kan afhankelijk van de omstandigheden en de klachten worden besloten tot een operatie. Daarbij zal het klierweefsel onder de tepel worden verwijderd. Dit weefsel wordt meestal onderzocht door de patholoog-anatoom. De uitslag van dit weefselonderzoek krijgt u tijdens de controle-afspraak bij de chirurg, ongeveer 10 tot 14 dagen na de operatie.
  • Is er sprake van (a)symmetrische vetophoping? Dan wordt u doorverwezen naar de plastische chirurg. Wij adviseren u om bij uw zorgverzekeraar te informeren of deze ingreep wordt vergoed.

Meer informatie

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, stelt u deze dan aan uw behandelend arts of de mammacareverpleegkundige. De mammacareverpleegkundige is bereikbaar op telefoonnummer 0485-84 53 34 of via mammacare@pantein.nl

Specialismen