Maasziekenhuis Pantein Gebouw avond
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Schildklieroperatie
Patiëntenfolder

Schildklieroperatie

U wordt binnenkort geopereerd aan uw schildklier. Deze folder geeft u globale informatie over operaties aan de schildklier. Informatie over aandoeningen, waarvoor een schildklieroperatie als behandelingsmethode aangewezen kan zijn, komt in deze folder slechts beperkt aan bod. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

De schildklier

De schildklier is een vlindervormig orgaan dat in de hals op de luchtpijp is gelegen. De schildklier produceert hormonen die belangrijk zijn voor het regelen van de stofwisseling. Voor de productie van die hormonen is de schildklier voornamelijk afhankelijk van een voldoende aanbod van jodium in het lichaam.

In de directe omgeving van de schildklier liggen de stembandzenuwen (de nervus laryngeus recurrens links en rechts). Deze zorgen ervoor dat de stembanden kunnen bewegen. Omdat er een geringe kans is dat de zenuw tijdens de operatie wordt beschadigd, kan de arts het soms wenselijk vinden dat voor de operatie het functioneren van uw stembanden door de KNO-arts worden gecontroleerd.

Direct tegen de schildklier aan, aan de achterzijde, liggen een viertal bijschildkliertjes. Twee aan de linkerkant en twee aan de rechterkant. De bijschildklieren zijn van belang voor de kalkhuishouding.

Waarom opereren?

Het kan om verschillende redenen nodig zijn dat u aan uw schildklier wordt geopereerd.

  • De schildklier werkt te hard. Als dat niet met medicijnen in de hand is te houden kan een operatie noodzakelijk zijn.
  • Er zit een knobbel in de schildklier. Die knobbel kan de oorzaak zijn van het te hard werken, maar het kan ook een kwaadaardig gezwel zijn.
  • De schildklier kan vele knobbels bevatten en zo groot zijn geworden dat u last hebt met ademhalen en slikken.
  • De knobbels kunnen ook een cosmetisch probleem zijn.

Afhankelijk van de reden waarom u geopereerd moet worden kan het nodig zijn de schildklier geheel of gedeeltelijk te verwijderen.

Opname en verblijf in het ziekenhuis

Dag van opname

Op de dag van de opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling waar u opgenomen wordt. Een verpleegkundige wijst u uw kamer en bed. Zij stelt u een aantal vragen, beantwoordt mogelijke vragen van u en bereidt u verder voor op de operatie.

Tussen de aankomst op de afdeling en de operatie moet u enige tijd wachten. Wij proberen deze tijd zo kort mogelijk te houden. U zou wat kunnen lezen of televisie kijken. Wij vragen u om de afdeling niet meer te verlaten.

De operatie

We onderscheiden twee soorten operaties.

  • De totale strumectomie: de schildklier wordt in zijn geheel verwijderd.
  • Totale hemistrumectomie of lobectomie: één helft van de schildklier wordt in zijn geheel verwijderd. Bijvoorbeeld bij een knobbel in die helft van de schildklier, waarbij het onduidelijk is of de knobbel goedaardig of kwaadaardig is.

Welke verdoving is van toepassing bij deze chirurgische behandeling?

Een schildklieroperatie wordt verricht onder algehele anesthesie (narcose) en duurt ongeveer anderhalf tot twee uur. De anesthesioloog geeft u informatie over de anesthesie.

De ingreep

Tijdens de operatie ligt u met het hoofd zover mogelijk achterover. Er wordt een horizontale snede laag in de hals gemaakt, waarna de schildklier over het algemeen gemakkelijk kan worden bereikt en geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd. Van belang daarbij is natuurlijk om de stembandzenuwen en de bijschildklieren te sparen. Afhankelijk van het soort operatie worden er een of twee drains in het operatiegebied achtergelaten om bloed, dat zich daar nog verzamelt, af te voeren. Meestal kunnen deze drains na 24 uur worden verwijderd.

Na de operatie

De pijn na de operatie valt over het algemeen mee en is te vergelijken met een keelontsteking. De pijn verdwijnt in een paar dagen. De wond geneest snel en meestal met een 'fraai' litteken. De hechtingen worden na tien tot veertien dagen verwijderd. Uw werk kunt u daarna snel hervatten. Soms laat de arts na de operatie opnieuw uw stembandfunctie door de KNO-arts controleren. Bij het ontslag uit het ziekenhuis krijgt u afspraken voor de poliklinische controle bij de chirurg en de internist.

Mogelijke complicaties

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij een operatie aan de schildklier de normale kans op complicaties aanwezig, zoals bijvoorbeeld nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking.

Daarnaast zijn er nog enkele specifieke complicaties mogelijk. Hoe ingewikkelder de operatie des te meer kans op beschadiging van de structuren die vlak bij de schildklier liggen. Bij de hemistrumectomie of lobectomie is de kans op specifieke complicaties heel gering (minder dan 0,1%).

Specifieke complicaties kunnen zijn:

  • letsel van de stembandzenuw,
  • tekort aan bijschildklierhormoon,
  • te veel schildklier weggehaald,
  • te weinig schildklier weggehaald.

Bij een totale strumectomie liggen deze getallen nog wat hoger. U moet zich echter realiseren dat het bij deze operatie soms om een kwaadaardigheid van de schildklier gaat. De operatie is daarom groter en dus riskanter.

Letsel van de stembandzenuw blijkt veelal van voorbijgaande aard te zijn. Wanneer een stemband daardoor onverhoopt slecht functioneert, kan met de hulp van een  logopedist(e) het praten heel goed geleerd worden. Hard spreken of roepen is dan echter vaak niet mogelijk. Ook als de stembandzenuw niet wordt beschadigd kunnen er stemveranderingen optreden. Dit kan het gevolg zijn van beschadigingen van de halsspieren of van andere zenuwtakjes.

De oorzaak van een tekort aan bijschildklierhormoon is gelegen in het feit dat er bij de operatie bijschildkliertjes zijn beschadigd of verwijderd. Dit is te merken aan tintelingen in de vingertoppen en in het ergste geval aan spierkrampen. Met kalktabletten en vitamine D-preparaten kan dit goed worden behandeld.

Door de operatie resteert er soms een situatie waarbij de schildklier te weinig hormoon produceert. Dit kan klachten veroorzaken als snelle vermoeidheid, traagheid en kouwelijkheid, terwijl ook constipatie, een droge huid, droog worden en uitval van het hoofdhaar, opzwellen van de oogleden en een dikke tong kunnen ontstaan. Deze symptomen kunnen gemakkelijk worden bestreden door het toedienen van tabletjes schildklierhormoon.

Over het algemeen is de strumectomie dus een veilige operatie met weinig complicaties en een vlot herstel. Vaak behoeft u na de operatie geen medicijnen meer te gebruiken om de schildklierfunctie te regelen. Wel moet u bij uw internist poliklinisch gecontroleerd worden of de schildklierfunctie goed blijft. Uiteraard is het bovenstaande afhankelijk van de reden waarom u geopereerd wordt. In het geval van een kwaadaardig gezwel kan het allemaal anders zijn, de nabehandeling wordt dan nader bepaald.

Na de opname

Herstel thuis

In de eerste periode thuis kunt u last hebben van de volgende klachten en verschijnselen:

  • Pijn aan de wond. Als u hiervan last heeft kunt u pijnmedicatie gebruiken (paracetamol 1000mg, maximaal 4 maal daags).
  • Pijn bij slikken. De pijn is te vergelijken met die van een keelontsteking. Dit kan enkele dagen aanhouden.
  • Vermoeidheid. Ten gevolgen van de operatie kan uw conditie verminderd zijn wat zich kan uiten in vermoeidheid. Het is belangrijk niet aan dit signaal voorbij te gaan en zorg te dragen voor een goede balans tussen activiteit en rust. Uw conditie zal de komende tijd weer verbeteren. Fietsen en/of autorijden mag u afhankelijk van de pijn.
  • Er kan de eerste dagen na de operatie wat vocht of bloed uit de wondjes lekken. Als dit langer aanhoudt of er komt viezigheid uit de wond is het verstandig contact op te nemen.
  • Er kan de eerste weken een zwelling onder het litteken ontstaan. Dit is wondvocht. In principe wordt dit door het lichaam zelf weer opgenomen in de loop van de tijd.
  • Het volume van uw stem kan de eerste 3 maanden minder zijn dan u gewend bent. Dit komt doordat de spieren in de hals moeten herstellen van de operatie.
  • Als u thuis tintelingen rondom mond, handen en/of voeten voelt, neem dan contact met uw arts op.

Adviezen voor thuis

  • Wondverzorging; de wond geneest snel. Na een paar dagen is de wond dicht. Alleen als er nog vocht uit de wond komt is het verstandig een gaas op de wond te doen.
  • Controleer de wond dagelijks op roodheid, zwelling, warmte en wondvocht.
  • Neem uw rustmomenten. Luister goed naar uw lichaam en neem rust als dat nodig is.
  • In de meeste gevallen kunt u uw dagelijkse werkzaamheden één of twee weken nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen hervatten.
  • Autorijden kunt u als u zich beter voelt weer hervatten.
  • Een dag na de operatie mag u weer douchen. In bad gaan of zwemmen mag weer na twee weken, als de wond dicht is en niet meer lekt.
  • U hoeft geen speciaal dieet te volgen.
  • De hechtingen van de operatie lossen vaak vanzelf op. Zijn ze niet oplosbaar, dan verwijdert de arts ze na 10 dagen op de polikliniek.
  • Probeer uw nek zo normaal mogelijk te bewegen dit voorkomt pijn in de nek.

Als u voor de operatie bloedverdunnende middelen gebruikte, mag u het gebruik hiervan alleen hervatten op voorschrift van de arts. Voordat u naar huis gaat wordt aan u medegedeeld wanneer u de antistolling weer kunt hervatten.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen dient u met de behandelend arts contact op te nemen:

  • Hoge koorts
  • Extreme pijn
  • Wondlekkage
  • Roodheid van de wond
  • Zwelling en toename van zwelling van de wond

Als zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neemt u dan contact op met de polikliniek Chirurgie op telefoonnummer 0485-84 53 35. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan uw behandelend arts of neem contact op met de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer 0485-84 53 35.

Specialismen