Maasziekenhuis Pantein Ontvangst balie
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Staaroperatie onder plaatselijke verdoving
Patiëntenfolder

Staaroperatie onder plaatselijke verdoving

Staar, ook wel cataract genoemd, is het troebel worden van de ooglens. De lens wordt hierdoor ook dikker en harder en verandert van sterkte. Bij beginnende staar kan het zien vaak weer worden verbeterd door uw bril aan te passen. Wanneer de troebeling van de lens echter toeneemt, gaat u steeds waziger zien.

1. Inleiding

Als u door staar beperkt wordt in uw bezigheden, zoals lezen, TV kijken en autorijden, wordt het tijd om een staaroperatie te ondergaan. Een staaroperatie is de meest uitgevoerde en veiligste operatie in Nederland.

Bij een staaroperatie wordt de troebele lens uit het oog verwijderd. Daarna wordt er een helder kunstlensje in het oog geplaatst. Het lensje wordt opgevouwen in het oog gebracht, waarna het in het oog uitvouwt. Hierdoor kan de hele operatie door een sneetje van slechts 2,5mm plaatsvinden.

Een staaroperatie wordt in dagbehandeling verricht. Alles bij elkaar bent u ongeveer drie uur in het ziekenhuis.

2. Voorbereiding op de staaroperatie

2.1 Tijdstip van opname

U staat op de wachtlijst voor een staaroperatie. Via het Opnamebureau krijgt u bericht wanneer de operatie plaatsvindt. Als deze datum niet uitkomt, neemt u dan zo snel mogelijk contact op met het Opnamebureau.

Om te horen hoe laat u wordt verwacht in het ziekenhuis, kunt u de werkdag vóór de operatie tussen 14.00 en 16.00 uur bellen met het Opnamebureau.

2.2 Formulier ‘Pre-operatieve vragenlijst voor volwassenen’

Let op: Dit is niet van toepassing bij druppelverdoving.

Dit formulier vult u in na het bezoek aan de oogarts. U kunt het formulier terugsturen in bijgevoegde retourenvelop of inleveren op de polikliniek oogheelkunde.

2.3 Formulier ‘Informatie in verband met druppelen na een oogoperatie’

Na de operatie moet u uw oog regelmatig druppelen met oogdruppels. Dit kunt u zelf doen of laten doen door uw partner, familie, buren of de thuiszorg. Wij adviseren u een druppelbril aan te schaffen. Deze is verkrijgbaar op afdeling B2, bij de apotheek op de begane grond of via internet. Als u de thuiszorg wilt inschakelen, kunt u dit zelf aanvragen. Op het formulier ‘Informatie in verband met druppelen na een oogoperatie’ vindt u alle contactgegevens van de thuiszorg en informatie hoe u zich kunt aanmelden. Wij raden u aan dit zo snel mogelijk te doen.

2.4 Spreekuur anesthesioloog/Pre-Operatief Spreekuur (POS)

Let op: Dit is niet van toepassing bij druppelverdoving.

Ter voorbereiding op de operatie heeft u een afspraak op het Pre-Operatief Spreekuur (POS). Hier heeft u eerst een gesprek met de apothekersassistente en daarna met de anesthesioloog.

De apotheekassistente controleert samen met u uw medicijnen en eventuele allergieën. Ook wordt de bloeddruk gemeten.
Daarna gaat u naar de anesthesioloog. Deze medische specialist is verantwoordelijk voor het geven van de verdoving en de bewaking van de hartslag, bloeddruk en ademhaling tijdens de operatie.

De vragenlijst ‘Pre-operatieve vragenlijst voor volwassenen’ wordt doorgenomen. De anesthesioloog krijgt hierdoor een goed beeld van de eventuele risico's van een operatie en kan maatregelen treffen om risico’s uit te sluiten. Na deze afspraak bij de anesthesioloog bent u klaar voor de operatie.

2.5 Vervoer

Na de operatie mag u niet zelf mag autorijden, omdat er dan een verband voor het geopereerde oog zit. Het vervoer van en naar het ziekenhuis kunt u dan ook het beste regelen met een familielid of goede buur. Mocht het u niet lukken om in uw directe omgeving iemand te vinden die u wegbrengt en ophaalt, dan kunt u een afspraak maken met een taxi.

2.6 Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?

  • Uw zorgpas, dit is het pasje van uw zorgverzekeraar.
  • Legitimatie (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs).
  • Ook vragen wij u om voorafgaand aan het ziekenhuisbezoek bij uw eigen apotheek een RECENT geneesmiddelenpaspoort op te halen. Het geneesmiddelenpaspoort is een lijst met de geneesmiddelen die u op dit moment gebruikt met daarbij informatie over mogelijke allergieën en geneesmiddelen die u in het verleden heeft gebruikt.
  • Eventuele allergiegegevens.
  • Deze folder.

Het is verstandig om sieraden, waardepapieren en waardevolle spullen thuis te laten. Het ziekenhuis draagt geen verantwoordelijkheid bij vermissing of diefstal.

2.7 Medicatie

Medicatie bij operatie onder druppelverdoving

U mag alle medicijnen blijven innemen, ook op de dag van de operatie, behalve als de arts iets anders met u heeft afgesproken.

Medicatie bij operatie met Subtenon (prikje ter verdoving) of algehele narcose

U krijgt van de anesthesioloog te horen welke medicijnen u wel of niet mag innemen.

Vooral voor mensen met diabetes geldt: normaal eten en normaal uw medicatie gebruiken, tenzij anders afgesproken.

Belangrijk: als u rug- of nekpijn heeft bij het liggen, neem dan thuis al pijnstillers in om te voorkomen dat u ongemakkelijk ligt tijdens de operatie.

2.8 Begeleider

Nadat u zich gemeld heeft bij de balie van verpleegafdeling B2 kan uw begeleider die u naar het ziekenhuis heeft gebracht, weer naar huis gaan. Eventueel kan hij of zij ook wachten in de lounge van de verpleegafdeling of naar het Grand Café of restaurant gaan op de begane grond.

3. Het verloop van de ziekenhuisopname

3.1 Laatste voorbereiding thuis

Op de dag van operatie mag u normaal ontbijten en eventuele ochtendmedicatie die is toegestaan (zie hoofdstuk 2.7 Medicatie) innemen.

Verwijder zeer goed eventuele make-up van de oogleden en verwijder nagellak. Gebruik ’s ochtends geen crème of make-up op uw gezicht. U mag voor de operatie geen sieraden (oorbellen, ringen, armbanden en horloge) dragen. U kunt uw gehoorapparaat aan de kant waar u NIET geopereerd wordt inhouden.

3.2 Laatste voorbereiding in het ziekenhuis

Aangekomen in het ziekenhuis, meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling waar u wordt opgenomen.

Tussen de aankomst op de verpleegafdeling en de operatie moet u enige tijd wachten. In deze tijd wordt het te opereren oog gemarkeerd met een sticker met een pijl. U krijgt daarna druppels en/of een tabletje onder uw ooglid die de pupil verwijden. De inwerktijd hiervan is ongeveer een uur.

Wij vragen u om de afdeling niet meer te verlaten. Als u last heeft van hoesten, pijn heeft bij platliggen of als u erg nerveus bent, meldt u dit dan aan de verpleegkundige. Zij geeft u dan tijdig medicijnen tegen de hoest of zenuwen.

Trek gemakkelijk zittende kleren aan. U krijgt een operatie-overall en een muts. Wij raden u aan nog even naar het toilet te gaan, voordat u zich omkleedt. Was na het gebruik van het toilet goed uw handen. Nadat u de overall heeft aangetrokken, neemt u plaats in de operatiestoel. U mag uw telefoon niet meenemen naar de operatie kamer.

3.3 Naar de operatiekamer

Bij een staaroperatie onder Subtenon (prikje ter verdoving) of narcose brengt de verpleegkundige u in de operatiestoel naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer.

Hier krijgt u ook, indien afgesproken, het prikje ter verdoving. U krijgt ook een infuus.

Wordt u onder druppelverdoving geholpen dan wordt u in de operatiestoel op de gang opgehaald door de operatieassistente.

Om misverstanden tijdig te voorkomen, wordt een aantal malen naar uw naam, geboortedatum en eventuele allergieën gevraagd.

3.4 De operatie

De anesthesie-assistent(e) of operatie assistent(e) zorgt dat u zo gemakkelijk mogelijk ligt, maar voor uw gevoel komt u heel plat te liggen. Als u onder Subtenon verdoving of narcose wordt geholpen sluit de verpleegkundige u aan op de hartbewaking en bloeddrukmeter. Bij druppelverdoving is dit niet aan de orde.

Bij een staaroperatie onder druppelverdoving krijgt u van de anesthesie-assistent(e) nu de verdovende druppels in het oog. Dit verdooft de scherpe pijn. U zult echter wel voelen dat de oogarts tijdens de operatie het oog beweegt en de oogleden aanraakt. Dit is normaal. Het gaat erom dat het (bijna) geen pijn doet. Ook voelt u dat het oog tijdens de operatie met water gespoeld wordt.

De oogarts vraagt u af en toe een bepaalde richting uit te kijken. Doe dit dan alléén met uw ogen en laat het hoofd stil liggen. Ook ziet u een fel licht van de operatiemicroscoop. Hierdoor ziet u geen ‘enge dingen’, maar gekleurde schitteringen dat lijkt op vuurwerk.

Belangrijk om te weten: bij de druppelverdoving is alleen het oog verdoofd. De aanraking van de oogleden en de huid rond het oog voelt u dus gewoon.

Uw gezicht wordt daarna afgedekt met een steriele doek om infectie te voorkomen. De neus en mond blijven vrij. De doek is aan de onderzijde open, dus u kunt normaal ademen.

Probeert u vanaf het begin van de operatie ook de armen en benen stil te houden. Beweging van armen en benen veroorzaakt namelijk ook bewegingen van het hoofd, waardoor het risico op complicaties bij de operatie toeneemt. Tijdens de operatie wordt u verzocht alleen te praten als er iets aan de hand is, bijvoorbeeld wanneer u moet hoesten of niezen. Probeert u dit tijdig aan te geven, dan kan de oogarts zorgen dat er geen complicaties optreden.

De operatie zelf duurt ongeveer 20 minuten.

Wilt u een filmpje van een staaroperatie zien, kijkt u dan op www.oogartsen.nl of www.youtube.com, zoekterm staaroperatie.

3.5 Na de operatie

Na afloop van de operatie wordt de doek verwijderd en het gezicht wordt weer schoongemaakt. U krijgt zalf in het oog en een verband wordt voor het oog geplakt. Dit verband zorgt ervoor dat u niet in het oog kunt wrijven en uw oog kan herstellen. Als u geen verband voor het oog krijgt en u vindt het licht te fel, dan kunt u een zonnebril dragen. Daarna wordt u in de operatiestoel weer teruggebracht naar de afdeling. U krijgt een kopje koffie en u mag naar huis.

Staaroperatie_verband1Staaroperatie verband2

3.6 Controleafspraak

Voordat u naar huis gaat, krijgt u van de verpleegkundige een kaartje mee voor de controleafspraak. Deze vindt ongeveer vier weken na de operatie plaats op de polikliniek Oogheelkunde.

Ook krijgt u een recept voor één of twee flesjes met oogdruppels mee. In hoofdstuk 8 Adviezen na een staaroperatie leest u meer over het druppelen van uw oog. Wacht met het druppelen van het oog totdat u zelf de volgende ochtend het verband heeft verwijderd.

Onderaan deze pagina staat een link naar een (invul)schema, dat u als geheugensteuntje voor het oogdruppelen kunt gebruiken. De oogarts bepaalt of u met 1 of 2 soorten oogdruppels moet gaan druppelen.

4. Weer thuis

4.1 Rustig aan na thuiskomst

Na de operatie krijgt u een kapje voor uw oog. Dit verband belemmert u in het zien. Het is prettig voor u als er na de operatie en de nacht die hier op volgt iemand bij u in huis is, zodat u altijd hulp in kunt roepen mocht dit nodig zijn.

Nadat u het ziekenhuis heeft verlaten, mag u gewoon weer naar buiten. De eerste dag is het oog beschermd met het verband en het kapje. In de dagen daarna is het verstandig een bril te dragen om het oog te beschermen tegen stoten, stof en wind. U mag niet in het oog wrijven.

Doet u na thuiskomst rustig aan. Vermijd alleen de eerste dagen flinke lichamelijke inspanning en activiteiten waarbij u het bloed naar het hoofd voelt stijgen. Denk hierbij aan bukken met het hoofd naar beneden, persen op het toilet of zwaar tillen. Verder mag u uw gewone dagelijkse activiteiten op rustige wijze weer hervatten (zie ook het hoofdstuk 9 ‘Meest gestelde vragen’).

Lees (of laat u voorlezen) hoofdstuk 8 ‘Adviezen na een staaroperatie’ zo snel mogelijk na thuiskomst nog eens door. Liefst samen met uw partner of familielid.

De ochtend na de operatie kunt u zelf het verband verwijderen en zo nodig voorzichtig de oogleden met een schone tissue schoonmaken. Vermijd hierbij drukken op het bovenooglid.

Maak afspraken over wie het oog komt druppelen, als u dit niet zelf kunt. Dit kan gedaan worden door huisgenoten, familie, buren of thuiszorg. Wij bevelen u een druppelbril aan.

Het druppelen dient direct de volgende ochtend na het verwijderen van het verband te beginnen.

4.2 Richtlijnen voor het druppelen van uw oog

  • was uw handen voordat u het oog druppelt.
  • schud het flesje goed om.
  • neem het flesje in uw rechterhand tussen duim en wijsvinger.
  • trek met één vinger van de andere hand het onderooglid naar beneden en kijk in de spiegel. Kom niet aan het bovenooglid, want hieronder zit het wondje van de staaroperatie.
  • druppel één flinke druppel in het kuiltje. Teveel druppels is niet erg, dit loopt vanzelf uit het oog.
  • sluit het oog gedurende een minuut rustig zonder te knijpen.

Richtlijnen voor oogdruppelen

4.3 Autorijden

Wanneer u weer mag autorijden, hangt af van de gezichtsscherpte van het andere oog en van de sterkte van uw bril. Uw oogarts informeert u of wel of niet mag autorijden in de weken voor en/of na de staaroperatie.

5. Controlebezoek na de operatie

Na de operatie krijgt u een afspraak mee voor de controle, ongeveer 4 weken later. Op dit speciale spreekuur meet een Technisch Oogheelkundig Assistente (TOA) of optometrist de sterkte van het oog op en geeft u een advies mee voor het nieuwe brillenglas. Met dit advies kunt u naar uw eigen opticien om dit glas te bestellen.

Pas nadat de brilsterkte is aangepast, is het zien weer helemaal goed.

Als u vóór de staaroperatie een sterke plus of min bril heeft, kunt u na de operatie dit glas door de opticien laten vervangen door een tijdelijk glas zonder sterkte.

Let wel: een normale staaroperatie is niet bedoeld om van uw bril af te komen. Er bestaan tegenwoordig wel multifocale en torische kunstlenzen waarbij zowel lezen als veraf kijken in de meeste situaties zonder bril mogelijk is. Dit gaat echter wel ten koste van het scherp zien en het zien van contrast. Voor deze speciale lenzen geldt een eigen bijdrage. Zorgverzekeraars vergoeden dit soort kunstlenzen niet, ook niet als u aanvullend verzekerd bent.

Uw oogarts geeft aan of dit voor uw ogen mogelijk is.

6. Complicaties

Een staaroperatie is een zeer veilige operatie. Toch bestaat de mogelijkheid dat er complicaties optreden.

6.1 Complicaties tijdens de operatie

Tijdens de staaroperatie wordt de troebele lens uit het lenszakje gehaald. Het is de bedoeling dat dit lenszakje verder intact blijft. Dit is noodzakelijk om het kunstlensje in te plaatsen. Het lenszakje is slechts enkele honderdste mm dik. Daarom kan het voorkomen dat dit lenszakje tijdens de operatie scheurt. Dit is vaak niet te voorkomen. Als dit gebeurt, kan het zijn dat er een ander type kunstlens in het oog wordt geplaatst, waarbij een intact lenszakje niet noodzakelijk is. Dit hoeft geen gevolgen te hebben voor het zien na de operatie. Wel wordt hier de kans op complicaties van het netvlies na de operatie vergroot en zal de operatie langer duren. Ook komt het voor dat het niet mogelijk is direct een kunstlens te plaatsen. In dat geval moet dit op een andere dag gebeuren, met een tweede operatie.

Heel zelden kan er tijdens de operatie een bloeding achter het netvlies optreden. Dit wordt veroorzaakt door de daling van de oogdruk tijdens de operatie, in combinatie met een sterke aderverkalking van de bloedvaten in het oog. Een dergelijke complicatie is noch te voorzien, noch te voorkomen. Het treedt echter zeer zelden op, maar dit kan leiden tot slechtziendheid of blindheid.

6.2 Complicaties na de operatie

Zelden treedt er na de operatie een bacteriële infectie van het oog op. Een dergelijke infectie kan zeer heftig verlopen en kan in het uiterste geval leiden tot slechtziendheid of blindheid van het oog. Gelukkig komt dit slechts zeer zelden voor.

Verschijnselen van een bacteriële infectie in het oog zijn een toenemende roodheid en pijn van het oog, waarbij het zien steeds slechter wordt. Mochten deze verschijnselen optreden, neemt u dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek Oogheelkunde.

’s Avonds of in het weekend kunt u bellen met de Spoedeisende Hulp.

Soms valt het zien na een operatie tegen, ook als de bril al is aangepast. Dit komt doordat het netvlies vocht kan vasthouden (macula oedeem of Irvine Gass). Dit komt vaker voor bij diabetespatiënten. Meestal is dit tijdelijk en verdwijnt dit na een aantal maanden met behulp van medicatie.

Ook als er naast de staar nog andere oogaandoeningen zijn, kan het zien tegenvallen. Denk hierbij aan een lui oog, macula degeneratie, ernstig glaucoom, hoornvlies troebelingen, eerdere netvlies-problemen of verstoppingen van bloedvaten in het netvlies of oogzenuw. Ook een eerder doorgemaakt CVA of herseninfarct kan zorgen voor een tegenvallend zicht na de staaroperatie.

Een enkele keer blijft een klein restje van de ooglens (lensbrokje) achter in het voorste deel van het oog. Lensbrokjes kunnen klem gaan zitten onder de iris en daardoor niet te zien zijn tijdens de operatie.
Dit kan een vertraagde genezing van het oog veroorzaken. Soms blijven hierdoor langere tijd een lichte ontsteking In het oog en is het nodig het brokje alsnog met een kleine tweede operatie te verwijderen.

6.3 Nastaar

Nastaar kan na enkele jaren ontstaan en komt bij 10% van de patiënten voor. Het ontstaat doordat er zich een ‘vliesje’ vormt in het lenszakje. Hierdoor wordt het zien weer steeds slechter. Nastaar kan eenvoudig verholpen worden met een laserbehandeling. Dit is volledig pijnloos en gebeurt op de polikliniek.

7. Tot slot

Een staaroperatie is een veilige en vrijwel pijnloze operatie, die ook op hoge leeftijd kan worden uitgevoerd. Vrijwel altijd verbetert het zien na de operatie aanmerkelijk. Dit draagt bij aan een belangrijke kwaliteitsverbetering van het leven.

Natuurlijk is een operatie altijd een spannende en belangrijke gebeurtenis. Wij doen er alles aan om het zo vlot en veilig mogelijk te laten verlopen. Na afloop geven de meeste patiënten aan dat de ingreep erg is meegevallen, maar iedere operatie gaat gepaard met tijdelijk ongemak.

Wij wensen u een goede operatie en een voorspoedig herstel toe.

Oogartsen Maasziekenhuis Pantein

8. Adviezen na een staaroperatie

  • Druppel alléén het geopereerde oog.
  • U begint met druppelen nadat u het oogverband heeft verwijderd.
  • Druppel volgens schema (pdf onderaan deze pagina) gedurende vier weken.
  • Als u meerdere soorten druppels gebruikt, wacht dan minimaal tien minuten tussen de verschillende druppels.
  • Als het flesje binnen vier weken leeg is, kunt u met het herhalingsrecept naar uw eigen apotheek voor een nieuw flesje.
  • Buig de eerste dagen niet voorover, maar ga door uw knieën, bijvoorbeeld bij het aandoen van uw schoenen.
  • U mag de eerste dagen na de operatie niet zwaar tillen, persen of sporten.
  • U mag de eerste maand geen make-up gebruiken aan het geopereerde oog.
  • De eerste maand mag u niet zwemmen of de sauna bezoeken.
  • De eerste twee dagen na de staaroperatie mag u niet reizen met het vliegtuig.
  • Wrijf de eerste acht weken niet in uw oog. Probeer stoten te voorkomen.
  • Ter bescherming van uw oog draagt u 's nachts gedurende de eerste week, of zolang u jeuk of irritatie aan uw oog voelt, de oogdop. Deze oogdop krijgt u mee. Als u het licht te fel vindt, kunt u eventueel een zonnebril dragen.
  • Neem bij toenemende roodheid, pijn en een slechter ziend oog contact op met polikliniek Oogheelkunde op telefoonnummer 0485-84 53 70.

9. Meest gestelde vragen

Mag ik zwemmen of in de sauna?

Nee, de eerste 4 weken mag u niet zwemmen of in de sauna.

Mag ik douchen?

Ja, maar probeer geen water met shampoo in het oog te krijgen, anders gaat u toch in het oog wrijven. U kunt eventueel de oogdop dragen in de douche.

Mag ik fietsen?

Ja, liefst met een beschermende bril of zonnebril op mag u fietsen.

Mag ik bukken?

Ja, u mag best bukken om iets op te rapen, maar zorg dat u niet zo lang bukkende activiteiten doet tot u een bonzend hoofd krijgt. Dus de eerste week geen onkruid wieden of de tuin omspitten. Zet bij het vastmaken van de schoenveters de voet op een stoel.

Mag ik autorijden?

U mag alleen autorijden als het andere oog voldoet aan de rijbewijseisen. Uw oogarts laat u weten of u wel of niet mag autorijden. U mag daarnaast niet autorijden bij dubbelzien of als u hinder (tranen, pijn) ondervindt bij het zien.

Mag ik vliegen?

Twee dagen na de operatie mag u weer reizen met een vliegtuig. Het is belangrijk dat u wel de oogdruppels meeneemt.

Mag ik naar de fysiotherapie/gymnastiek?

Ja, u mag gewoon naar de fysiotherapie/gymnastiek. Maar let op met bukken en flinke inspanning.

Mag ik televisie kijken?

Ja, dat is niet slecht voor de ogen, maar de bril is nog niet op de goede sterkte, dus voorlopig gaat dit misschien niet gemakkelijk.

Mag ik lezen?

Ja, maar na de operatie heeft u een leesbril (eventueel uw oude bril) nodig. U kunt tijdelijk een goedkope leesbril van +3.0 kopen bij de drogist.

Is het tranen of zandkorrel gevoel normaal?

Ja, de eerste weken tot soms maanden, maar meestal valt dit erg mee. U kunt hiervoor zogenaamde “kunsttranen” kopen bij drogist of apotheek. Bij twijfel altijd met de polikliniek Oogheelkunde overleggen.

Is het wazig zien normaal?

Ja, na de operatie kan het hoornvlies nog wat troebel zijn, maar meestal trekt dit na een week weer bij. Bovendien is uw oude bril nu niet meer op de juiste sterkte.

Wanneer mag ik weer gaan werken?

In principe mag u 2 dagen na de staaroperatie weer gaan werken, behalve als u erg stoffig werk heeft, zoals werken in stallen, timmerman, duiven houden, etc. Wacht u dan minimaal 1 week.

Mag ik make-up gebruiken?

Nee, de eerste 4 weken na de staaroperatie niet, want u mag niet over het bovenooglid wrijven.

10. Aanvullende informatie

Premium lenzen

Bij een staaroperatie wordt de eigen, troebele lens, vervangen door een implantlens of kunstlens.

Er zijn verschillende types: monofocale (standaard) lenzen, torische lenzen, multifocale lenzen en torische multifocale lenzen.

Alleen de standaard (monofocale) lenzen worden volledig vergoed door de zorgverzekering. Voor alle andere lenzen geldt een bijbetaling, dit betreft kosten die bij deze lenzen hoger zijn dan de standaard (vergoede) lenzen. Per lens kan dat 500 tot 1000 euro bedragen.

Alle lenzen worden zo goed mogelijk op uw eigen ogen afgestemd. Dat wil zeggen dat er rekening wordt gehouden met uw eigen, bestaande (bril)sterkte en met de meetwaarden van uw oog.

Ook worden uw “kijkwensen” meegenomen bij de bepaling welke lens (type en sterkte) het meest bij u past.

Standaard lens

Bij een standaard lens zult u maar op 1 afstand scherp kunnen zien, voor de andere afstanden kunt u dit met een bril oplossen. Meestal is dat nu ook het geval. Dat na een staaroperatie ondanks een nieuwe kunstlens toch nog een (lees)bril nodig is, is dan ook gebruikelijk.

Sommige mensen hebben voor de staaroperatie geen vertebril, maar alleen een (kant-en-klare) leesbril. Sommige mensen dragen een multifocale bril.

Na een staaroperatie blijft dit vaak zo. De multifocale bril wordt wel (veel) zwakker van sterkte. Een leesbril blijft meestal nodig.
Maar u kan ook kiezen om zonder bril wazig in de verte te kijken, en scherp dichtbij zonder bril. Met name mensen die gewend zijn om zonder bril te lezen (bv in bed) kunnen hiervoor kiezen.

Monovisie

Een andere optie is monovisie: u ziet met 1 oog zonder bril wazig in de verte, en scherp dichtbij, en met het andere oog (zonder bril) scherp in de verte, en wazig dichtbij. Sommige mensen met contactlenzen hebben dit, en ook met implantlenzen is dit mogelijk. Alleen voor langdurig goed verte of nabij zien (bv autorijden, lezen) is een bril nodig.

Voordat dit bij een staaroperatie wordt toegepast, moet u dit met contactlenzen hebben uitgeprobeerd. Want veel mensen vinden het niet prettig kijken.

Torisch lenzen

Bij torisch implantlenzen wordt behalve de sferische waarde (standaard), ook de cilindrische (torische) waarde van het oog gecorrigeerd. Uw cilinder moet groot genoeg zijn, om effect te hebben van deze premiumlens. Meestal blijft er een rest-cilinder over, maar de corrigerende brillenglazen zullen naderhand veel minder kosten dan u gewend was. Meestal zult u dus een bril behouden, sowieso om te lezen.

Multifocale lenzen

Multifocale lenzen corrigeren het oog op meerdere afstanden (verte, nabij). Dat betekent meestal dat u uw (lees)bril minder vaak of helemaal niet meer nodig heeft. U kunt dus (bijna) bril onafhankelijk worden!

Maar dit type lens heeft wel enige bijverschijnselen, die voor sommige mensen onacceptabel zijn. U zult nooit meer zo perfect scherp zien in vergelijking met een monofocale lens, omdat er iets van het licht verloren gaat in de lens. Dit heeft te maken met de werking van deze lens. Ook ondervinden sommige mensen lichtverstooiing (“glare”).

Het verminderd zien van contrast (scherpe overgangen van licht naar donker) en iets verminderde gezichtsscherpte met name in mist of bij weinig licht, zijn de belangrijke nadelen van een multifocale lens t.o.v. een sferisch of torisch lens.

Uw oog moet helemaal gezond zijn, dus mensen met onder andere glaucoom en maculadegeneratie komen daarom niet in aanmerking voor deze lens.

Ook moeten beide ogen binnen enkele weken/maanden achter elkaar aan staar worden geopereerd.

Belangrijke telefoonnummers

  • Opnamebureau: 0485 - 84 57 10
  • Poli oogheelkunde: 0485 - 84 53 70
  • Algemeen telefoonnummer ziekenhuis: 0485 - 84 50 00
  • Afdeling B2: 0485 - 84 55 20
  • Spoedeisende hulp: 0485 - 84 53 31

Belangrijke aandachtspunten en druppelschema

>> Flyer belangrijke aandachtspunten en druppelschema



Specialismen