Maasziekenhuis Pantein Gang
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Thoraxdrainage: het verwijderen van lucht of vocht tussen de longvliezen
Patiëntenfolder

Thoraxdrainage: het verwijderen van lucht of vocht tussen de longvliezen

Als u een klaplong (pneumothorax) heeft of als er vocht achter uw longen zit, wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Het vocht of de lucht zit tussen de longvliezen van long en borstwand. Door middel van een plastic slang (drain) wordt dit vocht of de lucht verwijderd en in een afzuigsysteem opgevangen. In deze folder leest u hoe deze behandeling verloopt.

Voor de behandeling

Eten en drinken

U kunt voorafgaand aan het onderzoek gewoon eten en drinken.

Medicijnen

  • Als u medicijnen gebruikt, neemt u dan een actueel medicatieoverzicht mee.
  • Het gebruik van bloedverdunners moet u in overleg met uw arts vóór het onderzoek stoppen.

Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?

Op de dag dat u naar het ziekenhuis komt, neemt u dan het volgende mee:

  • Een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs).
  • Telefoonnummer van uw contactpersoon thuis.
  • Nachtkleding en toiletspullen voor meerdere dagen (een shirt of pyjamajas met knopen is prettig, maar niet noodzakelijk).
  • Iets om de tijd mee door te komen, bijvoorbeeld een boek, puzzelboek, eigen muziek of tablet.

Melden

Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich bij de balie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige wijst u uw kamer. Zij voert met u een opnamegesprek en bereidt u verder voor op de behandeling.

De behandeling

Voorbereiding op de behandeling

De behandeling vindt plaats op de endoscopie-afdeling. De verpleegkundige van de afdeling zorgt dat u daar op tijd bent. Voordat de behandeling begint, legt de endoscopie-verpleegkundige u uit wat er precies gaat gebeuren. Het kan zijn dat het onderzoek door een andere longarts dan uw behandelend longarts wordt uitgevoerd.

Verdoving

Bij een thoraxdrainage krijgt u een plaatselijke verdoving van de huid en het borstvlies.

Het inbrengen van de thoraxdrain

Tijdens de behandeling zit of ligt u op een bed met het bovenlichaam ontbloot. De longarts bepaalt (eventueel met een echoapparaat) de precieze plaats waar de drain wordt ingebracht. Vervolgens krijgt u een plaatselijke verdoving van de huid en de diepere lagen tot en met het borstvlies, waardoor de ingreep minder pijnlijk is.

Via een kleine snede in de huid brengt de longarts tussen twee ribben door de drain in. De drain wordt vastgehecht aan de huid en afgeplakt om te voorkomen dat deze verschuift. De longarts sluit de drain aan op een (vacuüm) afzuigsysteem, waarmee de lucht wordt afgevoerd of het vocht wordt opgevangen.

Als u een thoraxdrain krijgt vanwege vocht tussen de longvliezen, dan wordt soms een deel van het vocht opgestuurd voor onderzoek.

Het inbrengen van de thoraxdrain duurt ongeveer 30 minuten.

Het verloop van de behandeling

Na het plaatsen van de drain gaat u terug naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk, temperatuur en polsslag om eventuele complicaties vroegtijdig te herkennen.

Het is belangrijk dat u goed blijft doorademen en hoesten. Zo voorkomt u dat slijm zich ophoopt in de luchtwegen en de longen.

Heeft u pijn of voelt u zich benauwd? Geeft u dit dan direct door aan de verpleegkundige. U kunt dan medicijnen krijgen die de klachten verlichten.

In de loop van de dag of de volgende dag wordt er een röntgenfoto van de longen gemaakt om te controleren of de drain goed zit. Als dat nodig is, worden er nogmaals een of meerdere röntgenfoto’s gemaakt om te kijken of de long zich ontplooit en of de hoeveelheid vocht of lucht achter de longen verminderd is.

Hoe lang de thoraxdrain blijft zitten, is van tevoren niet aan te geven. Dit is afhankelijk van de reden waarom u een thoraxdrain krijgt en hoe lang het herstel duurt. Houdt u er rekening mee dat u een aantal dagen in het ziekenhuis moet blijven.

'Plakken' van de longvliezen

Soms besluit de longarts dat de longvliezen aan elkaar ‘geplakt’ moeten worden, zodat er in de toekomst niet opnieuw vocht of lucht kan ophopen tussen de longvliezen. Via de drain spuit de longarts een talkoplossing tussen de longvliezen. De talkoplossing zorgt er voor dat de longvliezen ‘aan elkaar plakken’.

Voorafgaand aan het plakken krijgt u medicijnen tegen de pijn. Dit kan zijn in de vorm van een tablet of een injectie. Heel zelden wordt gekozen voor pijnstilling via een slangetje in de rug (ook wel een epiduraal katheter genoemd).

Na het inspuiten van de talkoplossing wordt de drain drie tot vier uur afgeklemd. De talkoplossing kan nu zijn werk doen. Daarna worden de klemmen weer verwijderd en de drain eventueel weer aangesloten op het afzuigsysteem. Na het inspuiten van de talkoplossing kunt u korte tijd koorts of pijn krijgen. U kunt hiervoor pijnstillers vragen.

Het verwijderen van de thoraxdrain

Als het vocht of de lucht tussen de longvliezen weg is, kan de drain worden verwijderd. De longarts verwijdert de hechting waarmee de drain vastzit en trekt de drain er voorzichtig uit. Dit is over het algemeen niet pijnlijk. Het insteekgaatje wordt stevig afgeplakt met een gaasje vaseline. De vaseline zorgt ervoor dat het insteekgaatje luchtdicht wordt afgesloten.

Na de behandeling

Mogelijke complicaties

  • Bij een thoraxdrainage bestaat er een kleine kans op het optreden van een bloeding of (wond)infectie.
  • Daarnaast kan het opvangsysteem van de thoraxdrain voor kleine problemen zorgen, bijvoorbeeld door een geknikte slang of lekkage. Dit kan meestal ter plekke door de verpleegkundige worden verholpen.

Weer naar huis

U mag naar huis als er na het verwijderen van de drain geen verdere behandeling meer nodig is. Het gaasje op de wond moet minimaal 24 uur blijven zitten. Deze eerste 24 uur mag u niet douchen. Daarna kunt u het gaasje zo nodig vervangen door een gewone pleister. Soms lekt er nog wat vocht uit het wondje, dat is niet erg.

Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u over het algemeen een afspraak mee voor een polikliniek bezoek. Als er tijdens de opname vocht is afgenomen voor onderzoek, krijgt u de uitslag hiervan tijdens uw afspraak op de polikliniek.

Adviezen voor thuis

Tot het bezoek aan de longarts op de polikliniek adviseren wij u om u te houden aan onderstaande adviezen. Zo bevordert u het herstel en heeft u minder risico om nogmaals een klaplong te krijgen.

  • Wissel rust en activiteit af. Activiteiten mag u rustig opbouwen, zolang u hierdoor geen klachten krijgt. In de folder ‘Adviezen voor thuis na een klaplong’ leest u gerichte adviezen voor het opbouwen van bepaalde activiteiten zoals sporten en werk.
  • U krijgt het dringende advies om niet meer te roken.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

Als zich thuis problemen voordoen, kunt u van maandag t/m vrijdag van 08.30 tot 16.30 uur contact opnemen met de polikliniek Longgeneeskunde op telefoonnummer 0485-84 53 95.

Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.

Bericht van verhindering

Bent u op de afgesproken dag en tijdstip verhinderd, neemt u dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek Longgeneeskunde op telefoonnummer 0485-84 53 95 om een nieuwe afspraak te maken. Er kan dan nog een andere patiënt in uw plaats komen.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of wilt u meer informatie? Dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Longgeneeskunde, op telefoonnummer 0485-84 53 95.

Specialismen