Maasziekenhuis Pantein Ontvangst balie
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Gastroscopie in combinatie met coloscopie
Patiëntenfolder

Gastroscopie in combinatie met coloscopie

In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een gastroscopie in combinatie met een coloscopie. Een gastroscopie is een inwendig onderzoek van de slokdarm, de maag en het begin van de dunne darm. Een coloscopie is een inwendig onderzoek van de hele dikke darm (het colon). Het onderzoek wordt uitgevoerd door een maag-darm-leverarts. In deze folder leest u meer over het onderzoek.

Bij een gastroscopie en coloscopie onderzoekt de MDL-arts de binnenzijde van het spijsverteringskanaal om eventuele afwijkingen te ontdekken of juist uit te sluiten. Ook is het mogelijk om via de endoscoop stukjes weefsel pijnloos weg te halen voor microscopisch onderzoek.

Mogelijke aandoeningen die kunnen worden opgespoord met een gastroscopie:

Slokdarmkanker

Bij slokdarmkanker is er een kwaadaardige tumor in de slokdarm ontstaan.

Maagzweer

Bij een zweer is er een gat ontstaan in de beschermende slijmvlieslaag van de maag of twaalfvingerige darm. Door het gat in de slijmvlieslaag liggen de zenuwen in de bindweefsellaag ’open en bloot’. Als het zure maagsap met deze zenuwen in contact komt, veroorzaakt dat hevige pijn. Ook kan er een bloeding ontstaan.

Maagslijmvliesontsteking

Een acute maagslijmvliesontsteking (acute gastritis) is een kortdurende of tijdelijke ontsteking van het slijmvlies aan de binnenkant van de maag. Dit slijmvlies heeft twee belangrijke functies. In de slijmvlieslaag bevinden zich de klierbuizen die betrokken zijn bij de productie van maagsap, dat een belangrijke rol speelt bij de spijsvertering. Daarnaast beschermt de dikke slijmvlieslaag de maag tegen het agressieve zoutzuur, dat ook in het maagsap zit.

Maagkanker

Er bestaan verschillende soorten maagkanker. Dit is afhankelijk van het type weefsel waaruit de tumor is ontstaan. De meest voorkomende vorm is het adenocarcinoom. Dit is een tumor die ontstaat uit de kliercellen van het maagslijmvlies.

Mogelijke aandoeningen die kunnen worden opgespoord met een coloscopie:

Divertikels

Divertikels zijn kleine uitstulpingen in de wand van de dikke darm. Meestal geven ze geen klachten, maar ze kunnen wel gaan ontsteken. Dan spreken we van diverticulitis. Dit kan gepaard gaan met koorts, buikpijn, diarree en braken.

Poliepen

Dit zijn kleine, meestal goedaardige gezwelletjes die in de dikke darm voorkomen. Ze kunnen verschillende vormen hebben. Ze variëren in grootte van enkele millimeters tot enkele centimeters doorsnede. Kleine poliepen geven meestal geen klachten. Als ze groter worden, kan de ontlasting veranderen en kan er bloed bij zitten. Sommige worden op den duur kwaadaardig, daarom is het beter ze te verwijderen.

Darmkanker

Kanker van de dikke darm en de endeldarm komt veel voor. Hierbij gaat het om kwaadaardige gezwellen in de darmwand. Klachten die kunnen optreden zijn: verandering van het ontlastingspatroon, bloed bij de ontlasting en buikpijn. Soms zijn er echter geen klachten.

Chronische ontstekingen

De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn chronische ontstekingen van de darm. Hierbij kunnen zweertjes en abcessen in de darmwand van de dikke en in de dunne darm ontstaan. Deze ontsteking kan gepaard gaan met (ernstige) diarree, die bloed en slijm kan bevatten.

Voorbereiding op de onderzoeken

BELANGRIJK!

Vertel de arts of mdl-verpleegkundige vóór het onderzoek:

  • of u medicijnen gebruikt;
  • of u allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen;
  • of u aan hart- of longaandoeningen lijdt;
  • of u zwanger bent.

Medicijnen

Als u medicijnen gebruikt vragen wij u om voorafgaand aan het ziekenhuisbezoek bij uw eigen apotheek een geneesmiddelenpaspoort op te halen. Het geneesmiddelenpaspoort is een lijst met de geneesmiddelen die u op dit moment gebruikt met daarbij informatie over mogelijke allergieën en geneesmiddelen die u in het verleden heeft gebruikt.

Bloedverdunners

Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen (zoals sintrom/acenocoumarol, marcoumar/fenprocoumon, dabigtran, prasugrel, rivaroxaban, plavix of een andere bloedverdunner die hier niet vermeld staat) moet meestal gestaakt worden voordat een coloscopie kan worden uitgevoerd. Uw behandelend specialist bepaalt wanneer u precies met de medicatie moet stoppen. Het is van belang dat u deze adviezen nauwgezet volgt, ook als deze afwijken van de adviezen van de trombosedienst. Na het onderzoek geeft de specialist aan wanneer u weer kunt beginnen met de bloedverdunners.

De bloedverdunner ascal/acetylsalicylzuur mag wel doorgebruikt worden.

IJzertabletten

Gebruikt u ijzertabletten, dan moet u daar (in overleg met uw behandelend arts of mdl-verpleegkundige) 7 dagen vóór het onderzoek mee stoppen. IJzertabletten maken het goed schoonspoelen van de darm moeilijker en kleuren de ontlasting zwart. Daardoor kan de arts tijdens het onderzoek de darmen niet goed bekijken.

Diabetesmedicatie

Diabetespatiënten die afhankelijk zijn van tabletten en/of insuline moeten de dosering aanpassen in overleg met de behandelend specialist of mdl-verpleegkundige. De bloedsuikers moeten tijdens de voorbereiding op de onderzoeken extra gecontroleerd worden.

Stoornis van de bloedstolling

Als u een stoornis van de bloedstolling heeft, is het belangrijk dit ruim voor het onderzoek te melden aan uw behandelend specialist en/of de verpleegkundige.

Slaap apneu

Als u slaapapneu syndroom heeft en u gebruikt een CPAP apparaat, neemt u dit dan mee naar het onderzoek.

Laxeermiddel

Het is belangrijk dat de dikke darm helemaal schoon is. Dit gebeurt met een darmspoelmiddel. De arts of de mdl-verpleegkundige geeft u een recept waarmee u het darmspoelmiddel bij de apotheek kunt ophalen. U krijgt ook instructies hoe u het spoelmiddel moet gebruiken. Volgt u alstublieft alleen de adviezen en instructies die u van de arts of de mdl-verpleegkundige krijgt en niet de bijsluiters van de spoelmiddelen.

Eten en drinken

Tijdens de onderzoeken is het belangrijk dat uw maag leeg is en uw darmen schoon zijn. Dit betekent dat u voor het onderzoek niet meer alles mag eten en drinken. De instructies voor eten en drinken krijgt u uitgereikt op papier van de arts of de mdl-verpleegkundige.

Vervoer naar huis

Het is belangrijk dat u vooraf het vervoer naar huis regelt. Tijdens het onderzoek krijgt u namelijk medicijnen toegediend waardoor u na het onderzoek nog wat versuft bent. Daardoor mag u na het onderzoek niet zelf autorijden/aan het verkeer deelnemen.

De onderzoeken

Voordat u naar het ziekenhuis komt

Het is belangrijk dat u op de dag van de onderzoeken geen bodylotion gebruikt en dat u eventuele (gel)nagellak verwijderd heeft.

Tijdens het onderzoek draagt u het beste gemakkelijk zittende kleding met korte mouwen, bijvoorbeeld een T-shirt. Draag liever géén blouse met knopen of een dikke trui.

Neemt u verder sloffen of slippers, een badjas en extra ondergoed mee naar het ziekenhuis. Vergeet ook niet uw legitimatiebewijs mee te nemen.

Voorbereiding in het ziekenhuis

In verband met de voorbereiding van dit onderzoek is het belangrijk dat u 30 minuten voor uw afspraak aanwezig bent. De voorbereiding en het onderzoek vinden plaats op de scopie afdeling, route 111.

Opname op de uitslaapkamer

Voor deze onderzoeken wordt u opgenomen op de uitslaapkamer. De uitslaapkamer is één ruimte waar zeven patiënten opgenomen kunnen worden. Hier vindt de voorbereiding op de onderzoeken plaats en hier komt u na de onderzoeken ook weer terug.

Bij de opname op de uitslaapkamer stelt de verpleegkundige u een aantal vragen en voert controles uit. U krijgt van ons een colo short. Dit is een speciaal broekje voor eenmalig gebruik dat u tijdens het onderzoek aanhoudt.

De voorbereiding voor de onderzoeken duurt ongeveer 30 minuten. Voor de afleiding en om de tijd te overbruggen, kunt u iets te lezen of een tablet meenemen.

Roesje

Tijdens het onderzoek krijgt u via een infuusnaald een slaapmiddel en pijnstilling toegediend. Deze medicijnen worden ook wel een roesje genoemd. Een roesje is geen narcose. U kunt zich hierdoor beter ontspannen. U heeft minder pijn, u voelt zich slaperig en rustig, zodat het onderzoek minder belastend is.

Begeleider

In verband met de privacy van u en de andere patiënten is het niet mogelijk om familie bij u op de uitslaapkamer te laten verblijven. Uw begeleider kan in de wachtruimte op u wachten of u kunt een telefoonnummer van uw begeleider achterlaten bij de balie.

De onderzoeken

Vlak voor de onderzoeken dient de MDL-arts via de infuusnaald het roesje toe. Wilt u het onderzoek zonder roesje ondergaan, dan kunt u dat bespreken met de arts of mdl-verpleegkundige.

Tijdens het onderzoek bent u verbonden met een monitor. Uw bloeddruk, hartslag en het zuurstofgehalte in uw bloed worden via de monitor in de gaten gehouden.

Gastroscopie

Voor het onderzoek gaat u op de linkerzij liggen. Als u een gebitsprothese heeft, dan vraagt de verpleegkundige u om deze te verwijderen. U krijgt een bijtring tussen uw kaken om het gebit en de endoscoop te beschermen. De mdl-arts brengt de endoscoop door de ring in de keel en vraagt u te slikken. Als u slikt, kan de mdl-arts de endoscoop voorzichtig opschuiven in de slokdarm. Het is heel normaal als daarbij een kokhalsreflex optreedt.

De mdl-arts schuift de endoscoop vervolgens op tot aan de twaalfvingerige darm. De mdl-arts trekt de endoscoop langzaam terug en bekijkt ondertussen de wand van de twaalfvingerige darm, de maag en de slokdarm nauwkeurig. Via de endoscoop blaast de mdl-arts lucht (CO₂) in. De slokdarm, de maag en de twaalfvingerige darm gaan dan wijder openstaan. Hierdoor heeft de mdl-arts beter zicht. Door de ingeblazen lucht kunt u last hebben van een opgeblazen gevoel. Veel mensen moeten er ook van boeren. Dit is normaal.

Als het onderzoek klaar is, wordt de endoscoop voorzichtig verwijderd. De gastroscopie duurt ongeveer 5 tot 15 minuten. Als de mdl-arts tijdens het onderzoek extra ingrepen uitvoert, dan duurt het onderzoek langer.

Coloscopie

Voor het onderzoek ligt u op uw zij met opgetrokken knieën op het onderzoeksbed. De mdl-arts brengt een buigzame slang in (een endoscoop). Deze dunne slang wordt via de anus en de endeldarm naar de dikke darm geschoven. Het eerste deel van de slang kan in alle standen worden gebogen, waardoor het mogelijk is om de bochten van de darm te volgen. Om de darmen beter te kunnen bekijken, wordt er lucht (CO₂) in de darmen geblazen. Door deze lucht kunt u last krijgen van darmkrampen. Als u windjes laat, gaat deze kramp vanzelf weer over.

Schematische tekening van de dikke darm

Schematische tekening van de dikke darm


Tijdens het onderzoek kunnen we u vragen om op uw rug of andere zij te gaan liggen. Soms vraagt de mdl-arts de verpleegkundige met de handen op bepaalde plaatsen van uw buik te drukken. Dit is bedoeld om de pijn van het opschuiven van de endoscoop te verminderen.

De endoscoop wordt tot aan het begin van de dikke darm opgevoerd. Soms wordt ook in het laatste stukje van de dunne darm gekeken. Tijdens het terugtrekken van de endoscoop inspecteert de arts het slijmvlies van de dikke darm. Van afwijkende gebieden wordt tijdens het onderzoek een stukje weefsel (een biopt) weggenomen. Dit is niet pijnlijk, maar kan wel wat bloedverlies veroorzaken.

Poliepen kunnen tijdens het onderzoek worden verwijderd. Een lusje van metaaldraad wordt dan als een lasso om de poliep gelegd. De arts zet een elektrisch stroompje op de lus, waardoor de poliep van de darmwand loslaat. Dit is niet pijnlijk. De verwijderde stukjes worden opgestuurd voor microscopisch onderzoek in het laboratorium.

Het onderzoek duurt ongeveer 30 tot 60 minuten.

Na de onderzoeken

Terug op de uitslaapkamer

Na de onderzoeken gaat u terug naar de uitslaapkamer. Omdat u medicijnen heeft gehad, mag u niet meteen naar huis. Op de uitslaapkamer wordt u nog een uur goed in de gaten gehouden via de monitor.

Voordat u naar huis gaat, krijgt u nog wat te eten en te drinken. Als u bloedverdunners gebruikt, vertelt de arts u wanneer u deze weer moet innemen.

Na het onderzoek kunt u nog wat last hebben van opboeren en/of krampen in de buik. Dit komt door de lucht (CO₂) die tijdens het onderzoek is ingeblazen.

Houdt u er rekening mee dat u ongeveer 2 tot 3 uur in het ziekenhuis bent.

Uitslag van de onderzoeken

De arts komt na de onderzoeken bij u langs om u te informeren over hoe de onderzoeken zijn gegaan en wat de uitslag is.

Als er poliepen en/of stukjes weefsel (biopten) zijn weggehaald, is de uitslag van het microscopisch onderzoek na ongeveer zeven werkdagen bekend. Uw arts informeert u over deze uitslag.

Risico’s en complicaties

Gastroscopie

Bij een gastroscopie komt het heel soms voor dat er na het onderzoek pijn op de borst of kortademigheid optreedt. Als dat gebeurt, dan moet u contact opnemen met uw behandelend arts via de polikliniek of met de Spoedeisende Hulp (’s avonds en in het weekend).

Coloscopie

Een coloscopie is over het algemeen een veilig onderzoek. Gemiddeld komt er per 1000 onderzoeken 2 keer een serieuze complicatie voor. Als er poliepen worden verwijderd of andere behandelingen tijdens het onderzoek worden uitgevoerd, dan neemt de kans op complicaties toe. In enkele gevallen vereist een complicatie een ziekenhuisopname of zelfs een operatie. De meest voorkomende complicaties zijn een bloeding, een perforatie, pijn en krampen.

Bloeding

Bij het verwijderen van poliepen kan een bloeding optreden in het wondgebied. Die kan meteen tijdens het onderzoek optreden, maar ook nog 1 tot 14 dagen daarna. Over het algemeen is geen behandeling nodig en stopt de bloeding spontaan.

Perforatie

Soms kan tijdens het onderzoek een scheurtje of gaatje (perforatie) in de darmwand optreden. De belangrijkste klachten die hierbij optreden zijn buikpijn en koorts.

Pijn en krampen

Na het onderzoek kunt u pijnklachten ervaren, meestal als gevolg van krampen door de ingeblazen lucht (CO₂). Deze klachten nemen snel af wanneer u de lucht laat ontsnappen door windjes te laten.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen neemt u contact op met de polikliniek:

  • Bij pijn op de borst.
  • Bij kortademigheid.
  • Bij erge buikpijn.
  • Bij koorts (meer dan 38,5 °C).
  • Bij flink bloedverlies via de anus (meer dan een kopje).

Als zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neemt u dan contact op met de polikliniek Interne geneeskunde / Maag-, Darm-, Leverziekten via telefoonnummer 0845-84 53 60. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.

Bericht van verhindering

Bent u op de afgesproken dag en tijd verhinderd, neemt u dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek Interne Geneeskunde / Maag-, Darm-, Leverziekten op telefoonnummer 0485-84 53 60 om een nieuwe afspraak te maken. Er kan dan nog een andere patiënt in uw plaats komen.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen over de onderzoeken, neemt u dan gerust contact op met de mdl-verpleegkundige. De mdl-verpleegkundige is bereikbaar via de polikliniek Interne Geneeskunde / Maag-, Darm-, Leverziekten op telefoonnummer 0485-84 53 60.

Bekijk ook de video’s bekijken over gastroscopie en coloscopie.